Ruilverkaveling in Best

Van lappendeken naar kaarsrechte percelen

In Best wonen van oudsher veel boerenfamilies. Dat waren vaak gezinnen die kleinschalig boerden. Hun gronden lagen vaak verspreid en werden na een overlijden vaak weer verdeeld in kleinere stukken. Het zorgde voor een lappendeken aan kleine stukjes grond, die afgescheiden werden met bijvoorbeeld heggen of houtwallen. In de jaren 60 kwam de ruilverkaveling op gang: de gronden (kavels) werden uitgeruild, zodat er grotere aaneengesloten kavels kwamen. Dat was voor het boerenbedrijf efficiënter en praktischer. Maar het zorgde ook voor een ander landschap. Door de ruilverkaveling zijn veel sloten, greppels, houtwallen, natuurlijke oneffenheden en onverharde wegen verdwenen. Er kwamen verharde wegen en bredere watergangen voor in de plaats. Sloten lagen voor de ruilverkaveling overal en nergens en liepen vaak bochtig. Na de ruilverkaveling lagen de sloten in een lijn en niet meer overal verspreid.

Een belangrijke reden voor de ruilverkaveling was het moderniseren van de landbouw. Grote stukken aaneengesloten grond waren gemakkelijker te bewerken met modernere machines. Maar niet iedereen was blij met de plannen voor de ruilverkaveling. Vooral in de jaren 70 ondervond de uitvoering van de ruilverkaveling veel hinder van de milieubewegingen. Zij voerden actie tegen de aantasting van de natuur en het landschap en protesteerden tegen het verdwijnen van de hakhoutwallen tussen de percelen en de kleine karakteristieke hooilanden. Binnen het ruilverkavelingsgebied Oirschot-Best ging het de milieugroep vooral om het behoud en aanzienlijk vergroten van natuurgebied De Mortelen. De vergroting van het gebied ging niet door, maar de activisten wisten het bestaande gebied wel te behouden. De ruilverkaveling in  Best werd in 1987 voltooid.