Collaboratie en Verzet

Meelopers, helden en gewone mensen

De meeste mensen proberen gewoon door te leven. Zij gaan naar hun werk, kinderen gaan naar school en moeders doen boodschappen. Zij proberen te overleven.
Sommigen steunen de Duitsers actief, ze 'collaboreren'. Anderen gaan in het verzet. Ze helpen onderduikers, brengen illegale blaadjes rond of plegen aanslagen. Velen overleven dit niet.

Onderduiken

In 1943 is het duidelijk dat Duitsland de macht heeft overgenomen. Steeds meer mensen moeten onderduiken, bijvoorbeeld om te ontsnappen aan de Arbeitseinsatz. Ook Joden proberen zo deportatie te voorkomen.

 

Soldaten duiken onder

Na de capitulatie van Nederland in mei 1940 mogen de soldaten al snel weer naar huis. In april 1943 moeten ze zich opnieuw melden. Dit zorgt voor protesten in heel Nederland. In onze gemeente leggen 300 arbeiders het werk neer. Drie van de stakers worden gevangengenomen en naar kamp Vught gestuurd. Na een week is de staking voorbij. Veel soldaten zoeken een schuilplaats en duiken onder.

 

Verzetsgroepen

In onze dorpen ontstaan verzetsgroepen. Dappere mensen sluiten zich hierbij aan. Ze regelen adressen voor onderduikers en plegen overvallen op distributiekantoren. Ze stelen voedselbonnen en paspoorten. Op paspoorten worden foto’s bevestigd van onderduikers en namen ingevuld van overleden personen.

In Aalst leidt Dyonysius Metzemakers het verzet. Zij zorgen voor onderduikadressen, zoals bij boer Toontje van Doormalen en boer van der Linden. In Waalre zet Frans van Dijk een verzetsgroep op.

Later wordt een belangrijke activiteit het in veiligheid brengen van geallieerde piloten. Het verzet probeert steeds als eerste bij een neergestort vliegtuig te zijn. De bemanning brengen ze zo snel mogelijk naar een schuiladres. Dat kan een betrouwbaar adres zijn (bijv. de moeder van Frans van Dijk) of een schuilhut in de bossen.

 

Verzetsgroep de Koning

De familie De Koning heeft een afgelegen boerderij in het Heezerbos. Het gezin bestaat uit vader, zeven zoons en drie dochters. De boerderij is moeilijk bereikbaar en daarom een ideaal hoofdkwartier voor de Verzetsgroep van ongeveer 35 leden. 

In de nacht van 13 op 14 mei 1944 vindt er een wapendropping plaats. Waarschijnlijk is de boel verraden, want kort na de dropping doen de Duitsers een inval. Een aantal verzetsmensen probeert te ontkomen, maar ze worden opgepakt of neergeschoten.

Vier zonen worden opgepakt. Arie en Huib worden meteen gefusilleerd. Gerrit en Wim worden afgevoerd. De 20-jarige Gerrit sterft op 28 maart 1945 in concentratiekamp Neuengamme. De 22-jarige Wim bezwijkt tijdens een ‘dodenmars’, een paar dagen voor de bevrijding.

© https://www.brabantsegesneuvelden.nl

 

Mevrouw Brant

Mevrouw Brant is een Aalster verzetsheldin. Met haar man woont zij tijdens de oorlog aan de Voorbeeklaan. Ze hebben in hun tuin een schuilplaats voor onderduikers en piloten. Mevrouw Brant brengt illegale krantjes rond. Ook gaat ze langs bij boeren om voedsel te verkrijgen voor onderduikers.

Mevrouw Brant werkt samen met de Verzetsgroep De Koning. Als de Duitsers daar op 14 mei 1944 binnenvallen, komt zij net aanfietsen. Ze keert snel om, maar wordt later opgepakt. Op 18 januari 1945 wordt ze in vrouwenkamp Ravensbrück vermoord. In 1947 krijgt zij, na haar dood, de Amerikaanse Medal of Freedom voor haar verzetswerk.

 

Collaboratie

Er zijn ook Nederlanders die de bezetter actief helpen. Uit overtuiging of om er beter van te worden. Zij worden collaborateurs genoemd. Berucht in ons dorp zijn de NSB-burgemeester Schregardus (zie volgend venster) en ‘Jantje Pap’.

 

Jantje Pap

Melkventer Jantje Pap is een fanatieke NSB’er. Met andere NSB’ers voert hij overvallen uit op zoek naar onderduikers. Hij hoeft zich niet te houden aan de avondklok en provoceert zijn dorpsgenoten door juist dan zijn hond uit te laten of met zijn melkkar rond te gaan rijden. Je begrijpt dat hij de meest gehate persoon werd in het dorp.

Na de bevrijding wordt hij gearresteerd en later veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf. Na zijn vrijlating verhuist hij naar Limburg. Hij komt alleen nog stiekem in Waalre op familiebezoek. In 1981 overlijdt hij op 66-jarige leeftijd.

 

In Duitse krijgsdienst

Sommige collaborateurs melden zich aan om voor de Duitsers te vechten. Omdat zij (of hun ouders) pro-Duits zijn, maar soms ook om een gevangenisstraf te ontlopen. Zoals een jongen uit onze gemeente die is opgepakt wegens fietsendiefstal. Hij krijgt een jaar gevangenisstraf, maar besluit in plaats daarvan naar het Oostfront te gaan. Daar heeft hij uiteindelijk zijn leven verloren. Want de werkelijkheid aan het front is minder glorieus dan de propaganda het voorstelt. Velen sneuvelen in de bittere kou van het Oostfront.