Orgelbouwers van Hirtum

In Hilvarenbeek worden de nieuwe kerkorgels gebouwd.

Het herstel van de katholieke kerken bracht muziek met zich mee. Voor de kerkschuren waarin de katholieken vanaf 1670 weer hun diensten konden houden in het eigen dorp, waren orgels nodig. Een Hilvarenbeekse orgelbouwer voorzag daarin. De kerkmuziek, die in Hilvarenbeek werd uitgevoerd door een klein ensemble, vormde vervolgens de aanleiding voor de oprichting van een harmonie.

Nicolaas van Hirtum uit Sint Oedenrode (1752-1810) trok als leerling orgelmaker naar Keulen en komt 29 jaar oud terug naar Brabant als meesterorgelmaker. Hij vestigt zich in Waalwijk, maar dat is van korte duur. Op de Bossche kermis ontmoet hij een meisje uit Hilvarenbeek met wie hij in 1786 trouwt. Het echtpaar trekt in bij de ouders van de bruid. Zes jaar later, in 1792, wordt hun derde kind Bernard geboren, die later zijn vader als orgelbouwer zal opvolgen.

Vanuit Beek bouwt en onderhoudt Nicolaas orgels in heel Brabant, van Leuven tot Grave. De katholieken kerken dan nog in de kerkschuren die zij vanaf 1670 in de eigen woonplaatsen mochten bouwen. Vanaf circa 1720 mogen dat stenen schuren zijn, en de orgels voor deze eenvoudige gebouwen die niet mogen opvallen zijn klein. Alle orgels die Nicolaas voor kerkschuren gebouwd heeft zijn verloren gegaan.

Tijdens de Franse bezetting vanaf 1795 mogen de katholieken in Brabant in veel plaatsen geleidelijk terugkeren in hun oude kerken. Voor de protestanten worden nieuwe kleinere kerken gebouwd. Zie verder het artikel Einde van de Tachtigjarige oorlog. Nicolaas van Hirtum maakt maar weinig mee van deze restauratie; hij overlijdt in 1810, pas 58 jaar oud.

Zoon Bernard van Hirtum (1792-1875) leert bij zijn vader het vak van orgelbouwer, en hij volgt hem na diens dood op. Hij vestigt zich met zijn bedrijf in een groot herenhuis aan de Varkensmarkt achter de Petruskerk. Hij bouwt hier twaalf grote orgels, waarvan er zeven nog bestaan. Daarbij ook de twee grote orgels in onze gemeente, in de grote kerken van Hilvarenbeek en Diessen die een klein orgel hadden. In de “gezongen missen” in de Petruskerk van Hilvarenbeek speelde een muziekgroepje de begeleidende muziek. Bij de komst van het huidige grote Van Hirtum-orgel in 1839 verdween het muziekensemble uit de kerk. Dit was de aanleiding voor de oprichting van de “Harmonie Concordia van 1839”, die nog steeds bestaat (zie het artikel Harmonie Concordia van 1839).

Bernard was op veel vlakken actief in het dorp. Hij was onbezoldigd organist van de Petruskerk, medeoprichter en dirigent van Harmonie Concordia, en vele jaren raadslid en wethouder in de nieuwe gemeente. Vanaf circa 1860 is er nog maar weinig activiteit in het bedrijf. Hij overlijdt in 1875 op 83-jarige leeftijd. De pastoor tekent in het begraafboek op: “Oud-orgelmaker en oud-organist die het orgel 50 jaren gratis in deze kerk bespeeld heeft, en het tegenwoordige orgel heeft vervaardigd”.

 

Twaalf orgels en een harmonium

Na 1865 worden geen orgels meer gebouwd. Meesterknecht Antonie Vingerhoets ondernam nog wel wat groter onderhoudswerk. Hij plaatste in de tachtiger jaren zelfs nog nieuwe registers in de orgels van Hilvarenbeek, Diessen en Capelle. Maar er zal toch niet steeds veel werk geweest zijn.

Op enig moment heeft Antoon Vingerhoets zich aan een bijzonder project gezet, het bouwen van een harmonium. Er is ontegenzeglijk verwantschap tussen de werking van een orgel en een harmonium, maar de bouw van zo’n compact instrument zal toch heel wat nieuwe vaardigheden vereist hebben. Het resultaat was goed, maar het is nooit tot verkoop en tot meer exemplaren gekomen. Na enige omzwervingen werd dit harmonium, dat 40 jaar op de zolder van een boerderij in Hilvarenbeek had gestaan, in 2020 aan de Torenstichting aangeboden. Het Oudheidkundig Museum, de Heemkundige Kring en de Torenstichting hebben met een gezamenlijke actie het harmonium kunnen laten restaureren. Op de dag van het 75-jarig jubileum van de Heemkundige Kring is dit unieke in Hilvarenbeek gebouwde instrument feestelijk in gebruik genomen. Het heeft nu een vaste plaats in de Torengalerij.

 

Einde van een tijdperk

Bernards zoon Antoon (Toon) van Hirtum bouwde geen orgels, maar zette de winkel in het dubbele familiepand aan de Varkensmarkt wel voort. Als enige van de kinderen van Bernard treedt hij op vijftigjarige leeftijd nog in het huwelijk. Vijf jaar later overlijdt hij. De weduwe en kinderen verlaten Hilvarenbeek en daarmee komt het Hilvarenbeekse geslacht Van Hirtum ten einde. Het statige herenhuis en de werkplaats worden rond 1960 gesloopt om plaats te maken voor een parkeerterrein, waarmee de neergang van de Varkensmarkt is ingeluid.

 

 

Literatuur

Frans Jespers en Ad van Sleuwen, De orgelmakers van Hirtum. Hilvarenbeek, 1976. 100 p.

Ad van Sleuwen, Geschiedenis en werkzaamheden van het orgelmakersgeslacht Van Hirtum uit Hilvarenbeek. In: Nieuwsbrief van de Heemkundige Kring nummer 9 (1984), p 37-43.