Brikkenbakkers

Tijdens de Franse tijd hadden de meeste boeren een aardig inkomen. Er was voldoende vraag naar agrarische producten uit Frankrijk. Na de Franse tijd viel deze inkomstenbron echter weg en moesten veel boeren gaan bijverdienen. Velen van hen gingen in de zomer enkele maanden naar Duitsland om 'brikken' te bakken.

Een brikkenbakkerploeg

Een brikkenbakkerploeg bestond uit ongeveer 10 mensen met aan het hoofd de ploegbaas. De ploegbaas had de leiding over de werkzaamheden en maakte ook de afspraken met de opdrachtgever. Voorafgaand aan elk seizoen sprak hij af hoeveel brikken zijn ploeg dat jaar zou bakken en voor welke prijs.

Naar Duitsland

In de lente, nadat de boeren hun akkers hadden ingezaaid, begon het brikkenbakkerseizoen. Het vee werd uitgeleend, de huizen dichtgespijkerd tegen diefstal en een groot deel van de huisraad werd op een kar geladen.

Vervolgens trokken vele duizenden mannen, vrouwen én kinderen naar de brikkenbakkerijen in Duitsland. Uit bronnen is bekend dat in sommige dorpen, zoals Schinveld en Stein, honderden mensen werkzaam waren in de baksteenindustrie.

De brikkenbakkers

Een brikkenbakkerploeg bestond uit verschillende werklieden, allen met een eigen taak. De leemmaker stond aan het begin van het productieproces: hij vermengde de leem met water en kneedde het (met zijn voeten) tot een plastische massa. Vervolgens laadde de leemdrager, de schörger, de klei op zijn kruiwagen en bracht die naar de vormtafel.

De vormer duwde de klei vervolgens in een houten raam. Dit was zwaar werk, dat meestal door de ploegbaas zelf werd verricht. Zijn tempo bepaalde het tempo van de gehele ploeg.

De afdragers (meestal vrouwen of kinderen) droegen de vormen naar de droogbaan. Daar draaiden de baanmeisjes en -jongens de ongebakken brikken regelmatig om, zodat ze gelijkmatig konden drogen. Na 3 tot 6 weken konden de brikken in de oven.

Veldbrandoven

De brikken werden vervolgens gebakken in een veldbrandoven. Dit was een oven waarin de brikken met de honderdduizenden tegelijk werden opgestapeld. Tussen de lagen brikken in lag steenkolengruis dat werd aangestoken, waarna de brikken allemaal langzaam gebakken werden.

Eind van de brikkenbakkers

Begin 20e eeuw kwam er door verschillende oorzaken een eind aan de brikkenbakkerij. Ten eerste door de opkomst van steenfabrieken waar goedkopere en kwalitatief betere bakstenen werden geproduceerd door toepassing van nieuwe productietechnieken. Ook de Eerste Wereldoorlog speelde een rol hierin, omdat de brikkenbakkers 's zomers niet naar Duitsland konden gaan vanwege Nederlands neutraliteit.

Tegelijkertijd vonden veel 'brikkenbekkesj' in de Zuid-Limburgse steenkolenmijnen vast en beter betaald werk. Het tijdperk waarin seizoensgebonden arbeid het dagelijks leven van de boeren bepaalde, was voorbij.