In het voorjaar van 1951 arriveerden zo'n 4000 Molukse militairen vanuit Indonesië met hun gezinnen in de havens van Rotterdam en Amsterdam. Iedereen dacht dat ze snel weer zouden terugkeren, maar de realiteit besliste anders. Ze zouden blijven.

Nederlands-Indië

De Indonesische archipel was sinds het einde van de 16e eeuw een kolonie van Nederland. Door de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werden de eilanden steeds meer onder de heerschappij van Nederland gebracht. Koffie, thee, suiker en specerijen als nootmuskaat, kruidnagel en kaneel waren gewilde producten die veel geld opbrachten.

De Molukken

De Molukken zijn een eilandengroep in de oostelijke helft van de Indonesische archipel. In het Koninlijk Nederlandsch Indisch Leger (KNIL) dienden vele Molukse soldaten.

Indonesië onafhankelijk

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Nederlands-Indië in 1942 veroverd door Japan. Direct na de capitulatie van Japan in 1945 verklaarde Indonesië zichzelf onafhankelijk. De Nederlandse regering was het hier niet mee eens, maar moest in 1949 onder internationale druk de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië accepteren.

KNIL-militairen in het nauw

De nieuwe Indonesische president Soekarno wilde dat Indonesië een eenheidsstaat werd met alle eilanden onder één centraal gezag. De Molukse eilanden waren echter bang dat ze niets meer te zeggen zouden hebben over hun eigen eilanden. Een poging om een onafhankelijke Republiek Maluku Selatan op te richten werd handhandig onderdrukt. De Molukse KNIL-militairen die trouw wilden blijven aan Nederland kwamen in het nauw. 

Aankomst in Nederland

In 1951 arriveerden zo'n 12.500 Molukkers in Nederland. Ze werden ondergebracht in zogenaamde woonoorden. In Limburg zijn 15 woonoorden geweest waar zo'n 1.700 Molukkers werden ondergebracht. Omdat iedereen dacht dat ze slechts tijdelijk in Nederland zouden zijn, hoefden ze niet te werken.

Molukkers in Limburg

Toen gaandeweg echter bleek dat hun verblijf in Nederland langer zou duren, voerde de Nederlandse regering de zelfzorgregeling in. De Molukkers moesten zelf gaan werken. Omdat de woonsituatie inmiddels ook een probleem was geworden, werden de Molukkers verhuisd naar woonwijken in verschillende plekken in Limburg, zoals Gennep, Venray, Weert en Sittard. Op sommige plekken woonden ze verspreid onder de Nederlandse bevolking. Op andere plekken zoals in de Maastrichtse wijk Heer en de Geleense wijk Lindenheuvel ontstonden grote Molukse woonwijken met zo'n 400 tot 500 bewoners.

Geïntegreerd

De eerste generatie Molukkers, waarvan er nog maar enkelen in leven zijn, werd de eerste jaren zeer afzijdig gehouden van de Nederlandse samenleving. Maar de tweede en derde generatie is inmiddels volledig geïntegreerd in de Nederlandse multiculturele samenleving, hoewel de Molukse cultuur nog steeds (in meer of mindere mate) een rol speelt.