De brand van 1832

Branden in Paramaribo

In 1821 woedde er een grote brand in Paramaribo. Deze begon op de hoek van het Plein en de Waterkant. Ruim 450 woningen en pakhuizen gingen verloren. Een ramp voor de stad!

In 1832 was er weer een brand. Een groep slaven wilde vluchten naar het bos, omdat ze slecht behandeld werden door hun meesters. Maar ze hadden niet genoeg eten om te overleven. Ze besloten terug te keren naar de stad om eten te stelen. Om hun diefstal te maskeren, stichtten ze een brandje aan de Heiligenweg. De daders werden gearresteerd en drie van hen werden opgesloten in Fort Zeelandia, waar ze drie maanden in de ruimte zaten die nu 'kakkerlakkengat' wordt genoemd. Deze drie, Codjo, Mentor en Present, werden voor de rechter geleid. Deze veroordeelde hen tot de doodstraf en ze werden levend verbrand op de plaats waar de brand begon. Nu is daar een monument geplaatst om hen te gedenken. Wat ze gedaan hebben wordt als daad van verzet gezien.

Tijdens hun gevangenschap in Fort Zeelandia werden de drie getekend door Gerrit Schouten, een mulat die beschouwd wordt als de eerste Surinaamse beeldend kunstenaar. Hij maakte ook afbeeldingen van vruchten en dieren, maar belangrijker waren zijn diorama's: kijkkastjes die overwegend het leven van de indianen of de slaven verbeelden, maar ook plantagegezichten en enkele met een blik op de Waterkant.