Het Toneelwezen

Toneelwezen

De eerste schouwburg in Suriname werd gebouwd in 1775, en was genaamd 'De Hollandsche Schouwburg'. Het repertoire bestond vooral uit Europese stukken met een historische lading. Deze schouwburg liet geen slaven of Joden toe waarop de laatsten een jaar later hun eigen schouwburg bouwden: De Joodsche Schouwburg.

In Suriname in de 18e eeuw waren er meerdere toneelvormen, waaronder het Europese toneel en het Surinaamse volkstoneel. Deze twee vormen zijn heel verschillend. Waar Europese stukken een vaste tekst volgden met vaste regels voor het spel, was het volkstoneel meer gericht op improvisatie van een thema. Het volkstoneel is ontstaan uit orale vertellingen, dans en zang en waren onder andere bekend als 'du'.

Rond 1830 maakte het toneel in Suriname een crisis door. Jarenlang was niet één theatervoorstelling te zien in Suriname. Op 27 april 1837 kwam daar verandering in toen toneelgezelschap Thalia werd opgericht. Dit zette zichzelf meteen op de kaart door binnen korte tijd f 20.000 in te zamelen voor de bouw van een nieuw houten theater aan de Wagenwegstraat dat plaats kon bieden aan 700 bezoekers. Deze schouwburg kwam tot stand in 1839 en in 1840 werd het eerste stuk er opgevoerd: 'De Oost Indiënvaarder'. Niet iedereen was welkom. Kinderen jonger dan zeven jaar, slaven en mensen die geen schoenen droegen werden niet toegelaten in het theater. Tot ver in de 20ste eeuw heeft toneelgezelschap Thalia bestaan. Inmiddels bestaat de toneelgroep niet meer. Het 170 jaar oude theater wordt nog wel gebruikt door verschillende toneelgezelschappen voor het geven van voorstellingen.