Klompenindustrie

Van bijverdienste van de boer tot populair product

Best is van oudsher een grotendeels agrarische gemeenschap van relatief arme keuterboeren. Zij verdienden wat bij door van populieren klompen te maken. Dit gebeurde vooral in de winter als er niet op het land gewerkt kon worden. Deze klompenindustrie werd steeds groter en professioneler. Op een gegeven moment stond in Best zelfs de grootse klompenfabriek van Nederland, waar op het hoogtepunt meer dan 400.000 paar klompen per week werden gemaakt. Dit was ook een van de bekendste klompenfabrieken met als eigenaar Harrie van der Velden. De fabriek stond aan de Oirschotseweg. Op deze plek is alleen de fabrieksschoorsteen bewaard gebleven en staat een grote klomp ter herinnering aan de Beste klompenindustrie. Best dankt haar naam met carnaval aan deze industrie. De gemeente heet dan Klompengat.

De klompen werden gemaakt door eerst een boom (meestal een populier) te kappen. Daarna werd die boom in een soort cilinder gezaagd. Daar konden dan 6 paar klompen uit gemaakt worden. De klompen werden eerst in een ruwe vorm gezaagd om vervolgens met behulp van een machine preciezer gesneden te worden. Daarna werden ze uitgezaagd en uiteindelijk werden ze beschilderd. Dan waren ze klaar om verkocht te worden.

De klompenindustrie is grotendeels verdwenen omdat de wegen verhard werden. Door de modernisering en de betere wegen werden klompen overbodig, nu dragen de meeste mensen schoenen.