8 Kasteel Bergeijk

Rumoer rond lokale adel

Uiteindelijk geven ze de pijp aan Maarten. Halverwege de negentiende eeuw heeft het kasteel van Bergeijk geen bestaansrecht meer, te zwaar gehavend. Wat er nog van rest wordt gesloopt en de grachten gedempt. Exit Huis De Poorte, zoals de burcht officieel heet. Het einde komt niet als een verrassing. Zo’n 125 jaar eerder al vermeldt Jacobus Stellingwerf onder de pentekening die hij toen van het kasteel maakte: ‘Overblijfsel van het Sloth Bergheyck.’

 

 

Wie de tekening bekijkt, ziet dat aan het kasteeltje weinig glorie te ontdekken valt. Toch heeft het die glorietijden wel gekend. En één troost: tegenwoordig leeft het voort als luchtkasteel. En meer dan dat: vanuit de wetenschap gaan stemmen op om het kasteeltje te bestempelen als het geboortehuis van Jan en Hubert van Eyck, de beroemde kunstschilders.  

Huis De Poorte kent een indrukwekkende geschiedenis. Het bij de Keersop gelegen kasteeltje wordt al vermeld in een akte van de abdij van Postel (Venster 7) uit 1352. Over de eerste eeuwen is weinig bekend, behalve dat vooral de lokale adel er zetelt. Ook de gebroeders Van Eyck zijn in het kasteel opgegroeid is de stellige overtuiging van cultuurhistoricus dr. Lucas van Dijck.

De burcht betreft een versterkt woonhuis met daarbij een eigen kerk en enkele huizen voor de bedienden, dit alles omgeven met een gracht. Lokale adel komt in deze tijd in de Kempen sporadisch voor. Naast de burcht van Bergeijk kennen we nog die van Netersel. Ook in Eersel heeft waarschijnlijk een burcht gestaan, maar waar is niet bekend. In de Tachtigjarige Oorlog wordt Huis De Poorte een gewild object van langstrekkende legers. Regelmatig wisselt het van eigenaar. Het moet er in die tijd vaak gespannen hebben.

Maurits en Mondragón

Om ’s-Hertogenbosch uit handen van de Staatse (Hollandse) troepen te houden, moeten kastelen in heel Brabant de aanvoerroutes naar deze stad openhouden. Daarnaast vormt het Bergeijkse kasteel een verdediging tegen de Staatse soldaten die de abdij van Postel hebben ingenomen. Omliggende dorpen moeten daarbij zorgen voor menskracht, materiaal en geld.

In maart 1592 valt het kasteel in handen van de troepen van Maurits. Die is dan met 4.000 man op weg naar Maastricht en doet daarbij Bergeijk aan. Kort daarna komt het kasteel weer in Spaanse handen door een aanval van Christóbal de Mondragón. Hij is een van de edellieden die met Alva zijn meegekomen om het Spaanse gezag in de Nederlanden te herstellen. Terwijl de hertog van Alva bekendstaat als een houwdegen, bezit Mondragón ‘een edel hart, dat ook in eenen vijand, verdiensten te waarderen wist’. Aldus een achttiende eeuwse kroniekschrijver. Op bevel van Mondragón worden de versterkingen rond het kasteel afgebroken. Dat is het begin van het einde. Begin negentiende eeuw is het huis bouwvallig en kort daarna volgt afbraak.

Pentekening

Die bouwvalligheid wordt bevestigd door genoemde pentekening van Jacobus Stellingwerf (1667-1727). Deze Amsterdammer heeft het Bergeijkse kasteel waarschijnlijk nooit gezien, maar maakt gebruik van een bestaande prent die hij natekent. Stellingwerf is goudsmid en gaat pas op latere leeftijd kopiëren. Hij leert deze vaardigheid van zijn tweede vrouw Antonina. De ruïne van Bergeijk moet een van de laatste zijn van de ruim 2.500 tekeningen die Stellingwerf in zijn leven maakt.  

Herinneringen

Van Huis De Poorte is vandaag de dag niets meer te zien. Herinneringen zijn er wel. Cultuurhuis Bergeijk toont van het voormalige kasteel enkele opgegraven objecten: aardewerk, glas-in-lood en wat dakbedekking. Ook zijn er afbeeldingen van Prins Maurits en de Spaanse veldheer Christobal de Mondragón te zien, evenals een kaart van Willem Blaeu uit circa 1630 en een kadasterkaart van 1830 waarop de kasteelgracht nog herkenbaar is. Natuurlijk ontbreekt de schets van Jacobus Stellingwerf niet. Daar moet de Kempen het mee doen. Tot voor kort dan. In 2017 krijgt het kasteel een beetje nieuw leven ingeblazen: de plek waar het slot heeft gestaan, wordt een ‘etappeplaats’ in de wandelroute Luchtkasteel.