Ruilverkaveling en mechanisatie

Verbetering van het rendement van de landbouw

Het gebruik van machines en herverdeling van landbouwgrond hebben de opbrengst van de landbouwbedrijven in Westerwolde verbeterd.

De eerste machines.
Voor 1900 werd vrijwel al het werk in de landbouw met de hand gedaan. Dat was zwaar werk, voor de mens maar ook voor de trekdieren. Omstreeks 1900 kwamen er langzamerhand machines die een deel van het werk konden doen, bijvoorbeeld zaaimachines en maaimachines. Deze werden getrokken door paarden. Ook werden er dorsmachines gebouwd, die veelal werden getrokken door een stoomlocomobiel, die ook de machine aan kon drijven. Die werden later vervangen door tractoren.

Versnelling door de industrialisatie.
Vooral na de tweede wereldoorlog kwam de mechanisatie in een stroomversnelling. Dat had onder andere te maken met de uitstroom van landarbeiders die in nieuw gestichte fabrieken gingen werken. Daar konden ze meer verdienen en het werk was lichamelijk minder zwaar dan in de landbouw. Daardoor waren de landbouwers wel gedwongen om meer te mechaniseren. Ook werden  de meeste trekpaarden vervangen door tractoren. Voor die tractoren werden nieuwe werktuigen ontworpen, waarmee in een kortere tijd weer meer land bewerkt kon worden. Ook moesten de landbouwers  mechaniseren omdat de lonen van de landarbeiders steeds hoger werden, terwijl de prijzen van de gewassen die de landbouwers verbouwden niet evenredig mee stegen.

Ligging van de landbouwgronden.
De meeste dorpen in Westerwolde waren zogenaamde esdorpen. De lager gelegen gronden werden gebruikt als groen- en hooiland, terwijl de hoger gelegen gronden – de essen – werden gebruikt voor akkerbouw. De groene landen en de essen waren vaak opgedeeld in kleine percelen. De percelen van één boerenbedrijf lagen vaak erg verspreid over deze gronden.
De noordelijke dorpen Vriescheloo, Bellingwolde en Blijham waren geen esdorpen. Hier lagen de gronden in zogenaamde opstrekkende heerden bij de boerderij. De boerderijen stonden allemaal naast elkaar aan de weg. Deze heerden waren kilometers lang en elk bedrijf had een laan om de uiteinden van het bedrijf te bereiken, waarmee een behoorlijke oppervlakte niet kon worden gebruikt om te bebouwen. Zowel in de esdorpen als in de dorpen met opstrekkende heerden was een economische bedrijfsvoering uiteindelijk niet meer mogelijk.

De ruilverkaveling.
Dit probleem van de te lage bedrijfsopbrengst deed zich in geheel Nederland voor en men vond de oplossing in “ruilverkaveling”. Dit hield in dat landbouwers onderling stukken grond gingen herverdelen. Door grotere kavels te maken, konden die met grotere machines beter en sneller worden bewerkt, waardoor de landbouwers meer en goedkoper konden produceren.
Er zijn meerdere wetten op het gebied van de ruilverkaveling aangenomen. Zo konden onwillige eigenaren worden gedwongen om mee te werken en moest er rekening worden gehouden met de natuur en het landschap. In Westerwolde werden de verschillende ruilverkavelingen tussen 1965 en 1985 uitgevoerd.

Het resultaat van de ruilverkavelingen.
Tegenwoordig liggen bij de boerderijen grote aaneen gesloten landerijen, die voor de landbouwer veel beter en sneller te bewerken zijn. De bereikbaarheid is veel beter geworden door de aanleg van betere en nieuwe wegen. Aan die nieuwe wegen werden soms nieuwe boerderijen gesticht. Bekijk hiervoor (bij de afbeeldingen hierboven) de beide kaarten van Blijham – Bellingwolde. Ook werd de waterhuishouding verbeterd door het dempen van smalle oude sloten en het graven van bredere nieuwe sloten. Het landschap in bijna geheel Westerwolde is hierdoor totaal veranderd.


Tijdbalk

Ruilverkavelingen in Westerwolde
van tot naam
1947 1974 Blijham-Bellingwolde
1956 1976 Vlagtwedder Essen
1965 1976 Slangenborg (Sellingen)
1965 1979 Onstwedde
1972 1987 Vriescheloo 

 
Zelf lezen:

  • Jan Hazelhoff, Scholto ten Have en Gerhard J. Oterdoom: Realisatie Ruilverkaveling Blijham-Bellingwolde 1947-1974. Uitgegeven door de Landbouwverenigingen van Blijham en Bellingwolde
  • Grote ruilverkaveling van Westerwolde


Tekstbronnen: