Hiëronymus van Alphen

Gedichten voor kinderen

Veel mensen kennen nog de gedichtjes van Hiëronymus van Alphen: ‘Jantje zag eens pruimen hangen…’. Dat is bijzonder, want deze teksten zijn al meer dan tweehonderd jaar oud en geschreven in een totaal andere tijd.

Aandacht voor kinderen

Aan het einde van de 18de eeuw ontstond voor het eerst literatuur die speciaal was geschreven voor kinderen. De tijd van de Verlichting plaatste de mens als rationele denker centraal. Hierbinnen past ook speciale aandacht voor de ontwikkeling van de menselijke geest. Voorheen werden kinderen beschouwd als minivolwassenen die zo snel mogelijk in staat moesten zijn om volwassen teksten te lezen. Nieuwe inzichten van filosofen als John Locke maakten duidelijk dat dit niet het beste leertraject was. Locke beschouwde mensen als ‘tabula rasa’, een onbeschreven blad waarop de buitenwereld veel invloed had. Auteurs als Hiëronymus van Alphen gingen daarom aan de slag met échte jeugdliteratuur, die qua vorm en inhoud aansloot bij kinderen. Zijn Proeve van kleine gedigten voor kinderen geldt als het eerste jeugdboek. In de erfgoedcollecties van Bibliotheek Rotterdam bewaren we de tweede druk uit 1778.

 

Hiëronymus van Alphen

Het beroep auteur bestond in de 18de eeuw eigenlijk nog niet. De meeste auteurs schreven naast hun beroep waarmee ze een inkomen verdienden. Van Alphen was bijvoorbeeld vooral jurist en maakte carrière in overheidsdienst. Daarnaast schreef hij poëzie, aanvankelijk voor volwassenen. Van Alphen publiceerde ook 66 gedichten speciaal voor kinderen. Deze gedichten zijn allemaal redelijk kort en bevatten een morele les. Van Alphen beschouwde kinderen, in lijn met de Verlichting, als vormbaar. Door verantwoorde inhoud te lezen in een aantrekkelijke vorm, zouden kinderen zich het beste kunnen ontwikkelen tot rationele burgers. In zijn Proeve van kleine gedigten gaan de versjes daarom ook telkens gepaard met een paginagrote afbeelding, waarop een scène uit het gedicht te zien is. Beeld en taal versterken elkaar zo in hun doel de jonge lezer te vormen. Het gedicht ‘Het vrolijk leeren’ is kenmerkend voor deze insteek. Weg met al dat speelgoed: leren is pas leuk!

 

Het vrolijk leeren

Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen,

En waarom zou mij dan het leeren verveelen?

Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak.

Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken;

Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf zoeken,

't Is wijsheid, 't zijn deugden, naar welken ik haak.