Burgemeesters, schouten, schepenen

Het lokaal bestuur tussen 1753 en 2013. Van Jacob Lamloo tot Coos Rijsdijk.

Jacob Lamloo en Cornelis van Grooss zijn in 1754 de eerste burgemeesters die bij naam bekend zijn. Het zijn familienamen die in de twintig jaar erna frequent terugkomen op de lijst van ‘burgemeesteren (wethouders) van Boskoop’, zoals Aart Vuyk sr die in zijn standaardwerk ‘Boskoop, vijf eeuwen boomkwekerij’ heeft opgenomen. Informatie van voor die tijd is in 1753 vernietigd bij de grote brand in de dorpskern. Zeker is wel dat Coos Rijsdijk de laatste burgemeester van Boskoop was. Hij deed op 31 december 2013 voor het laatste de deur van het Raadhuis dicht. Spreekwoordelijk dan. Op 1 januari 2014 ging Boskoop op in Alphen aan den Rijn.

Over het lokaal bestuur van Boskoop is, door het ontbreken van bronnenmateriaal, veel onduidelijk. Van 1222 tot 1574 had de abdis van Rijnsburg het recht Boskoop te besturen. Dat deed de abdis niet zelf, dat liet ze over aan allerlei functionarissen. Dat was ook het geval toen de ‘heerlijke rechten’ van Boskoop overgingen naar de Ridderschap van Holland. Toen waren er schouten, schepenen en burgemeesters. Zij vormden tot 1811 het ambachtsbestuur.

De schout was daarbij de belangrijkste figuur. Hij installeerde nieuwe functionarissen en was openbaar aanklager en uitvoerder van het vonnis. 

In Boskoop waren er, zo valt in het gemeentearchief in Alphen aan den Rijn na te gaan, zeven schepenen die voor twee jaar werden aangesteld. Ook waren er twee burgemeesters of ambachtsbewaarders die voor twee jaar werden aangesteld. De Lijst in het boek van Vuyk loopt van 1754 tot en met 1795.

Na 1795, toen de Fransen de macht in Nederland overnamen, werd alles anders. Boskoop werd een municipaliteit met een Comité van het Ambachtsbestuur in Boskoop. In 1810 werd het Koninkrijk Holland ingelijfd door het Frankrijk van Napoleon Bonaparte. Waarschijnlijk kreeg Boskoop toen een ander bestuur. Zeker is dat Anthonie Medemblik in 1811 burgemeester werd. Over deze roerige tijd valt te lezen in een ander venster: Twee belangrijke mannen in de Franse Tijd.

Laatste burgemeester

Van 1811 tot 1 januari 2014 kende Boskoop 26 burgemeesters. De volledige lijst is op Wikpedia te vinden. De laatste burgemeester was Coos J. Rijsdijk. Die trad aan in 1998 en mocht de ambtsketen dragen tot 31 december 2013, de laatste dag waarop Boskoop een zelfstandige gemeente was. Rijsdijk, die nog altijd in Boskoop woont, schreef in december 2013 het artikel ‘De toekomst van Boskoop begon in 2014’. Het werd gepubliceerd in Eindnoot, een speciale uitgave van de Historische Vereniging Boskoop, verschenen bij de verdwijning van Boskoop als zelfstandige gemeente. Over dit artikel gaat het laatste venster in deze Canon: Boskoop in 2037, Groene parel van de Randstad.

Langstzittende burgemeester

Willen Huijgens Tholen was tussen 1835 en 1867 liefst 32 jaar burgemeester van Boskoop. Willem Huijgens Tholen werd op 9 september 1792 geboren in het Duitse Emmerich. Hij had al een bewogen leven achter de rug voor hij op 43-jarige leeftijd burgemeester van Boskoop werd. In Boskoop trad hij voor de derde keer in het huwelijk. Op 7 juli 1847 trouwde hij met de 17 jaar jongere Petronella Alexandrina Anna Margaretha Hartsinck. Tholen woonde in een huis aan de Achterkade (nummer 135) waarin ook de gemeentesecretarie en het gemeentearchief waren ondergebracht. Tholen overleed op 15 januari 1868 in Kampen.

Mr. E.P. Verkerk kwam in twee zittingsperiodes tot dertig jaar. Dit was van 1933 tot 1944 en van 1945 tot 1964.

Burgemeester in crisistijd

P.A. (Pieter Arie) Colijn had, zo wil het verhaal, zijn benoeming als burgemeester van Boskoop vooral te danken aan zijn invloedrijke broer, Hendrikus Colijn, leider van vijf (vooroorlogse) kabinetten. Pieter Arie was burgemeester van 1923 tot en met 1933. In die periode kreeg hij, net als zijn broer op nationale schaal, te maken met een economische crisis die leidde tot veel faillissementen in de boomkwekerij en met grote werkloosheid. In juni 1932 werd Colijn geconfronteerd met relletjes veroorzaakt door de communisten uit Gouda die hoopten dat de onrust naar het hele land zou overslaan. De onrust werd op last van Colijn met harde hand neergeslagen. Over deze rellen meer in het venster ‘Oproer in Boskoop’.

Burgemeester in oorlogstijd

Mr. Elias Pieter (Ep) Verkerk was burgemeester tijdens de Twee Wereldoorlog.  ‘Burgemeester in oorlogstijd’ was voor niet-fascistische burgemeesters een weinig benijdenswaardige positie. Zij moesten de bezetter bijstaan, maar ook de wet en rechtsorde respecteren. Dat was een vrijwel onmogelijke combinatie. Dit zorgde voor het dilemma: aftreden en vervangen worden door een fascist of blijven zitten en de belangen van burgers zoveel mogelijk beschermen.

In Boskoop moest mr. E.P. Verkerk deze afweging maken. In het boek ‘Boskoop 1940-1945’ schrijft Sjaak Blaazer dat burgemeester Verkerk z’n gezicht zo min mogelijk op het gemeentehuis laat zien. “Bekend is dat hij in sommige kwesties tactvol optreedt. Meestal gaat het dan om incidenten met Duitse soldaten of met leden van de NSB”, aldus Blaazer. Verkerk duikt op 17 september 1944 onder na een fietsenrazzia. 

Verkerk wordt door de bezetter in oktober 1944 vervangen door A.P.L. Bia, die zich in 1940 had aangesloten bij de Nationaal Socialistische Beweging (NSB). Bila wordt benoemd tot waarnemend burgemeester. De geruchten over de naderende geallieerde troepen zijn dan al sterk. Over Bia als burgemeester is in de beschikbare publicaties geen kwaad woord terug te vinden, zo valt in Paktijd nr 53 (juni 2010) te lezen. Hij weet Boskoop te beschermen tegen de terreur van de bezetter en staat zelfs aan de basis van de in het voorjaar van 1945 opgerichte Voedselraad. Bia wordt na de oorlog berecht.

Baron van Dedem

Grote indruk als burgemeester maakte Godert Willem van Dedem. In 1965 werd hij burgemeester in Boskoop. In november 1977 werd hem op eigen verzoek ontslag verleend. Een paar maanden daarna overleed hij. Van Dedem toonde zich een enigszins eigenzinnige, maar zeer voortvarend voorvechter van Boskoopse belangen.

Burgemeester Rupke

Een bijzonder verhaal is ook dat van Christiaan Rupke. De man was slechts twee jaar burgemeester. Op 24 december 1902 was hij geinstalleerd, op 28 december 1904 stierf hij. Rupke werd slechts 49 jaar. In 1903 liet Rupke een groot huis bouwen aan de Achterkade, tegenwoordig BC Straat. Tegenwoordig zit Het Keldertje in dit prachtige pand.

Vrouwelijke burgemeester

Tot ver in de twintigste eeuw was het ambt van burgemeester in ons land voorbehouden aan mannen. Pas in 1946 werd de eerste vrouw benoemd. In Boskoop hebben we tot 1998 moeten wachten op een vrouwelijke eerste burger. In dat jaar werd Loudi (L.E.) Stolker-Nanninga enige tijd benoemd tot waarnemend burgemeester. Daarmee werd zij de enige vrouwelijke burgemeester die Boskoop heeft gehad. Datzelfde jaar werd ze overigens al opgevolgd door Coos Rijsdijk, die de laatste burgemeester van Boskoop werd. 

Het boek 'Boskoop 5 eeuwen boomkwekerij' van A. Vuyk sr is hier te lezen.