Het Catharinakerkhof

een ongelijk bestaan bij leven en in de dood

Het Catharinakerkhof is een karakteristiek voorbeeld van een kleinstedelijke begraafplaats uit het laatste kwart van de negentiende eeuw. De oude graven vormen beslist geen doorsnee van de Eindhovense geschiedenis en bevolking. Niet alleen ontbreken andersdenkenden, maar de overgrote meerderheid van de graven van de gewone man is allang geruimd. Zij zijn niet meer vertegenwoordigd in de historische rijen graven: ongelijkheid tot na de dood.

De welvaartstoestand van de Eindhovense bevolking was gedurende de negentiende eeuw niet te vergelijken met het huidige peil van de Nederlandse welvaart. Veel mensen leefden op het bestaansminimum of eronder. Naast arme arbeiders was er ook nog een deel van de bevolking dat niet in het eigen levensonderhoud kon voorzien en leefde van de steun oftewel de bedeling.

De positie van de sociaal zwakkeren, zoals wezen en bejaarden, bleef lang een zaak van vooral liefdadigheid. Pas na 1945 kwam met de economische groei de welvaartsstaat tot ontplooiing, waarbij voor bejaarden en werkelozen algemene sociale voorzieningen konden worden gerealiseerd.