Lang leve de vooruitgang

Gas, water, licht en riolering

'Welkom ontdekkingsreizigers, leuk dat jullie gekozen hebben voor deze reisbestemming. Ik zal jullie nu een rondleiding geven door de tijd van de vooruitgang in het dorp. Laat je verrassen!'

Hoe zou het zijn om te wonen in een huis zonder gas, licht en stromend water? Je kunt niet zomaar even douchen of je telefoon of tablet opladen. Ook zou het in de winter flink koud in huis zijn. Nog niet zo lang geleden was het heel normaal dat er thuis geen gas, licht en stromend water was. In Bathmen was bijvoorbeeld tot het midden van de jaren 60 van de vorige eeuw, geen riolering, geen drinkwater en geen gemeentelijke reinigingsdienst. Hoe deden ze dat toen? Dat ga je hier ontdekken.

Aardgas

Vroeger was het vaak koud in huis. Alleen de woonkamer en keuken werden verwarmd met een haard of kachel. Koken gebeurde boven het vuur en later een fornuis, kachel of petroleumstel. Voor het petroleumstel had je petroleum nodig. Je kon het kopen bij de petroleumboer. Hij ging met zijn paard en wagen langs de boerderijen. Begin jaren zeventig werden de huizen in Bathmen aangesloten op het aardgas. Dat betekende centrale verwarming en koken op gas. Burgemeester Bazen ontstak de eerste vlam op het pleintje bij de bibliotheek. 

Help brand!

In het begin van de 19e eeuw lagen de woningen in het dorp zo verspreid dat de aanschaf van een brandspuit geen zin had. Ook was er in de zomer vaak een tekort aan water. Brak er voor 1850 brand uit, dan moest er met houten emmers en ladders geblust worden. Een andere veel gebruikte manier, om de brand te doven, was het trekken aan de brandhaken. Door aan de brandhaken te trekken, die rondom het huis aan de buitenkant waren aangebracht, stortten de muren in en doofde het vuur. Er ontbrak in die tijd een post voor brandbestrijding. In het midden van de 19e eeuw veranderde er veel. In 1850 werd de eerste brandspuit aangeschaft. Sindsdien ging het blussen van branden beter. In de 20ste eeuw werd de handpomp vervangen door een motorspuit en tankauto. In 1958 kreeg Bathmen een eigen brandweergarage. Naast het bestrijden van brand, moet de brandweer ook helpen bij ongevallen. Zie je een brandweerauto de kazerne verlaten? Dan is dat nu vaak voor een ongeluk op de A1.

Stroom

Pas in de jaren dertig van de vorige eeuw werd Bathmen aangesloten op het elektriciteitsnet. In het buitengebied om Bathmen heen duurde dat nog tot in de jaren vijftig. Ineens werd het mogelijk om elektrische verlichting aan te leggen. De oude petroleumlamp (lamp die brandde op petroleum) kon de deur uit. Elektriciteit zorgde ook voor de komst van andere apparaten in huis, zoals een stofzuiger en een koelkast.

Water

Als je water nodig had, haalde je dat vroeger met een emmer uit een put. Of je ging naar de waterpomp. Maar een goede plek met schoon drinkwater was in Bathmen steeds lastiger te vinden. Dat beviel de mensen niet. Ze hadden geleerd uit het verleden dat je heel ziek kon worden van vuil drinkwater. In de loop van de 20ste eeuw werden daarom de huizen in Bathmen aangesloten op de waterleiding. Zo had iedereen schoon drinkwater. Rond 1970 kwam er in alle huizen in Bathmen water uit de kraan.

Riolering

Een toilet in huis hadden de mensen vroeger niet. Het toilet was buiten, het werd de plee of 't huuske genoemd. 't Huuske, een klein houten hokje, stond een eindje van het huis af. Op de boerderij werden de uitwerpselen, de poep en plas, opgevangen in pleetonnen of het liep naar de gierkelder. Ook bij een huis in het dorp werd het opgevangen in pleetonnen, maar omdat ze geen gierkelder hadden, liep het daarna naar de beerput. Deze beerput stonk vaak heel erg. Op een gegeven moment werd het voor de mensen in het dorp steeds lastiger om een goede plek voor de stinkende beerput te vinden. Daarom werden de huizen in Bathmen vanaf 1960 aangesloten op de riolering. Het afvalwater gaat nu via het afvalwaterzuivering naar de Schipbeek. Pas in 2004 zijn de laatste huizen in Bathmen op de riolering aangesloten.

 

‘Tot ziens ontdekkingsreizigers, mijn rondleiding zit erop. Neem de herinneringen die je hier hebt gemaakt voor altijd met je mee en deel ze met anderen. Met je retourticket kun je weer terugreizen naar het nu. Binnenkort hoop ik je weer te zien op een nieuwe reisbestemming. Tot later!'