Aletta Henriëtte Jacobs

Aletta Henriëtte Jacobs werd geboren in 1854 op 9 februari in Sappemeer. Ze groeit op in een groot gezin met in totaal 11 kinderen. Haar vader heet Abraham Jacobs en haar moeder heet Anna de Jongh.

Haar vader was een huisarts, Aletta wist al op jonge leeftijd dat ze net als haar vader ook dokter wilt worden. Maar meisjes mochten niet na de lagere school verder leren. Het was de bedoeling dat de meisjes naar een damesschool gingen om daar te leren hoe ze zicht netjes zouden moeten gedragen en hoe ze huishoudelijke taken moesten uitvoeren. Na een paar weken is Aletta Jacobs er klaar mee en gaat ze niet meer naar de lessen. Ze schrijft een brief op haar zeventiende leeftijd, zonder dat iemand weet aan de liberale minister van binnenlandse zaken, Johan Rudolf Thorbecke om vrijstelling te krijgen voor de toelatingsexamen aan de universiteit. En die krijgt ze. Aletta Jacobs wordt hierbij de eerste vrouw die toegang kreeg tot de universiteit.

Ze gaat de lessen volgen op de Universiteit van Groningen. Ze heeft het moeilijk gehad en haar medestudenten moesten erg wennen aan een vrouw als medestudent. Aletta Jacobs voltooit in 1878 het artsexamen, hierna gaat ze een jaar doorstuderen en wordt ze in 1897 gepromoveerd tot dokter in de medicijnen.

Door de toelating van Aletta Jacobs, de eerste vrouw aan de universiteit zorgde ervoor dat universiteiten in Nederland worden opengesteld voor vrouwen en niet langer meer alleen voor mannen.

Na haar studie vertrok Aletta Jacobs naar Londen want in Nederland wou niemand haar als arts in dienst nemen. In Londen ontmoet ze veel vrouwen die afgestudeerd waren aan de Londen School of Medicine for Woman. Deze vrouwen hadden een sterke mening over geboortebeperking en vrouwenkiesrecht.

Toen Aletta Jacobs terug kwam in Nederland opende ze als eerste vrouw een huisartspraktijk in Amsterdam. Daar kwam ze veel vrouwen tegen die zwanger waren en leerde ze over geboortebeperking. Aletta was de eerste persoon in Nederland die heeft stil gestaan bij dat er een optie is dat je niet zwanger kunt raken terwijl je vruchtbaar bent.
Er kwamen ook veel vrouwen met dezelfde klachten zoals rugklachten en gewrichtspijn.

De vrouwen werkte meer dan 15 uur per dag met geen pauze's of hele korte pauze's van 8 uur s'ochtends tot 11 uur s'avonds. Volgens Aletta erg ongezond, op sociaal en medisch gebied. Hierdoor besluit Aletta op te komen voor deze vrouwen. In 1894 wilt Aletta Jacobs dat in Nederland allemaal zitgelegenheid zijn voor de caissières en roept ze Nederland op om niet naar winkels te gaan waar vrouwen 11 uur werken. Aletta Jacobs haar uitspraken wordt er veel over gepraat en het komt in de kranten. Uiteindelijk wordt er in 1902 een wet ingevoerd waarin staat dat er een zitgelegenheid moet zijn voor vrouwen die als caissières werken.

Aletta Jacobs vecht jarenlang voor haar eigen vrijheid en de vrijheden van andere vrouwen.
Aletta Jacobs wilt met haar partner Karel Victor Gerritsen een kindje, in die tijd moest je dan gaan trouwen waardoor je eigen vrijheid en allerlei verplichten hebt bijvoorbeeld verplicht samenwonen en gehoorzamen aan haar man. Aletta wordt zwanger op haar 38ste. Het kindje, haar zoon leeft maar een dag volgens haar door de arts die tijdens haar bevalling een grote fout heeft gemaakt.

Aletta Jacobs is al jarenlang bezig met de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Ze dient een aanvraag in om zich zelf verkiesbaar te stellen in 1883, maar het werd afgewezen. Toen haar man overleed, zette ze zich helemaal op voor de rechten van vrouwen, fanatieker dan ooit. Aletta richtte met een grote groep vrouwen de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VVVK) waar ze de voorzitter van is. Deze groep vrouwen noemde zichzelf ook wel de feministen, een groep vrouwen die strijden voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen. Ze willen dat iedereen het recht krijgt op kiesrecht. Ze gaan het hele land door om mensen te overtuigen van hun mening door middel van propaganda, bijeenkomsten, organiseren congressen en delen pamfletten uit.

Ze krijgen wat ze willen uiteindelijk, in 1917 krijgen vrouwen passief kiesrecht waardoor vrouwen het recht kregen om zich zelf verkiesbaar te mogen stellen. En in 1919 kregen vrouwen ook actief kiesrecht en mochten ze ook stemmen net als de mannen. in 1922 is de eerste keer dat vrouwen gingen stemmen.

Dus Aletta Henriëtte heeft een grote bijdrage geleverd aan de rechtsstaat van Nederland want ze kwam op voor de rechten van de vrouwen. Waardoor ook vrouwen mogen studeren bij universiteiten in Nederland en niet alleen mannen. Vrouwen in Nederland die caissière waren kregen zitgelegenheid. En Vrouwen kregen passief en actief kiesrecht.