Kerken van steen

Onder druk van de Frankische koningen heeft het christendom omstreeks 700 aan invloed gewonnen.

Vleuten
De eerste gelovigen komen waarschijnlijk bijeen in een eenvoudig houten kerkje in de nederzetting Vleuten. Deze kerk is gewijd aan Sint Willibrord, die mogelijk Vleuten heeft aangedaan tijdens zijn missietocht langs de Rijn.

Op de plek van het vroegste kerkgebouwtje verrijst later het eerste stenen zaalkerkje. Hiervoor gebruiken de bewoners zeer waarschijnlijk tufsteen dat afkomstig is van de ruïne van het Romeinse castellum op de Hoge Woerd.

In de tweede helft van de dertiende eeuw wordt de kerk van Vleuten uitgebreid met een  bakstenen toren en een groot koor. De initiatiefnemers voor deze verbouwing zijn kasteelheren uit de omgeving. Een parochiekerk mét toren geeft hén immers meer aanzien dan een klein zaalkerkje. Bovendien biedt een grotere kerk meer ruimte voor hun familiegraven.

Tegenwoordig staat op deze plek de Torenpleinkerk. De toren is origineel, de rest van het kerkgebouw is in de 20ste eeuw herbouwd.

De Meern
Behalve de parochiekerk in het dorp Vleuten telt de parochie ook twee kleine kapellen. Die in De Meern is gebouwd vóór 1481. De bediening van de kapel is in handen van de pastoor van Vleuten. Deze kapel wordt vooral bezocht door bewoners van Oudenrijn, Veldhuizen en Reijerscop, voor wie de kerk in Vleuten te ver weg ligt.

De kerk op deze plaats is in 1912 afgebroken om plaats te maken voor de huidige Marekerk.

Haarzuilens
De andere kapel is de slotkapel van kasteel De Haar. De eerste vermelding stamt uit 1420, maar een oorsprong in de veertiende eeuw lijkt aannemelijk. De kapel ligt in eerste instantie binnen de muren van het kasteel, maar later bouwt de kasteelheer hier een eigen gebouw voor. In de kapel draagt een door de kasteelheer aangestelde kapelaan de mis op voor de bewoners van het kasteel en voor de plaatselijke bevolking.

Op de plaats van deze kapel is eind 19de eeuw een nieuwe slotkapel gebouwd. Deze doet niet langer dienst als kerkelijk gebouw.