Srebrenica

Verantwoordelijk voor vrede

Terwijl Nederlandse militairen in de Bosnische enclave Srebrenica de vrede moeten handhaven, vallen Bosnisch-Servische troepen binnen en voeren bijna alle mannen weg om hen daarna te vermoorden. Het wordt het ergste bloedbad in de naoorlogse Europese geschiedenis. Het aandeel in deze gebeurtenis brengt Nederland in grote verlegenheid en leidt tot een andere manier van deelnemen aan buitenlandse vredesmissies.

Vredesmissies
Het Nederlandse leger heeft vanaf het begin meegedaan aan vredesoperaties van de Verenigde Naties. Nederlandse soldaten maken daarmee deel uit van ruim een miljoen uitgezonden militairen uit zo’n 120 landen. De troepen zien namens de VN toe op naleving van vredesakkoorden in verschillende gebieden. De eerste missie gaat van start in 1948, in Israël. Een van de terugkerende problemen bij deze operaties is het zogenoemde mandaat: als vredestroepen mogen VN-soldaten alleen geweld voor zelfverdediging gebruiken. Ze krijgen weinig militaire ruimte om burgers te verdedigen en te beschermen.

Met het uiteenvallen van de republiek Joegoslavië breekt in 1991 een burgeroorlog uit tussen verschillende deelstaten. Het streven naar onafhankelijkheid gaat in een aantal staten gepaard met veel geweld. In een ervan, Bosnië-Herzegovina, is de strijd tussen verschillende bevolkingsgroepen bijzonder heftig. In 1993 roept de Veiligheidsraad in Resolutie 819 de plaats Srebrenica uit tot 'veilig gebied', een zogenoemde enclave. Bosnische Serviërs mogen deze stad van de VN niet meer beschieten of belegeren. In deze enclave houden veel Bosniakken (Bosnische moslims) zich schuil. De VN stelt een vredesmacht in die Resolutie 819 in Srebrenica moet handhaven. In 1994 gaat een bataljon Nederlandse troepen, Dutchbat III, naar Srebrenica om deze opdracht op zich te nemen.

Genocide
Dutchbat is lichtbewapend en heeft maar weinig middelen om de vrede rondom Srebrenica te handhaven. In het voorjaar van 1995 beginnen de Bosnische Serviërs de bevoorrading van Dutchbat te blokkeren, waardoor hun positie verder verzwakt. Ook proberen ze Dutchbat op allerlei manieren te intimideren. Op 6 juli 1995 trekken de troepen van de Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladić richting Srebrenica. Zonder veel tegenstand trekken de aanvallers de veilige plaats voor Bosniakken zes dagen later binnen. Veel Bosniak-mannen en -jongens proberen tevergeefs te vluchten.

De Bosnische Serviërs voeren de achtergebleven mannen en jongens af in bussen, nadat ze hen eerst van de vrouwen en kinderen hebben gescheiden. Ze worden samengevoegd met een andere groep gevangen vluchtelingen en niet veel later worden bijna al deze Bosniakken door de Bosnische Serviërs geëxecuteerd. Het is de grootste massamoord in Europa sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. In totaal staan er 8372 namen op het herinneringsmonument bij het nabijgelegen Potočari.

Verantwoordelijkheid
Als in Nederland doordringt welke ramp zich heeft voltrokken, rijst de vraag of Dutchbat meer had kunnen doen om de enclave te beschermen tegen de Bosnische Serviërs. Nederlanders vragen zich af of hun land moreel heeft gefaald. Er volgt een grondig onderzoek van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), dat zes jaar duurt. Het onderzoek wijst onder meer op onduidelijkheid van de VN-opdracht en de onmogelijkheid om die uit te voeren. Dutchbats opdracht was in feite een mission impossible. Als in 2002 het NIOD-rapport verschijnt, neemt premier Wim Kok de politieke verantwoordelijkheid voor de ramp in Srebrenica en treedt af. De Nederlandse regering krijgt meer oog voor de complexiteit van vredesmissies. Voortaan worden alleen nog maar soldaten gestuurd die voldoende bewapend zijn, zoals bij de Nederlandse missies naar Irak en Afghanistan.

Het Joegoslaviëtribunaal veroordeelt in respectievelijk 2017 en 2019 de leiders van de Bosnische Serviërs, Radovan Karadzić en Ratko Mladić, voor hun aandeel in de moorden. Nabestaanden spannen nog steeds rechtszaken aan, omdat ze antwoord willen op vragen rond verantwoordelijkheid en schuld. Srebrenica blijft een open wond.