Een moord om het Wijkerzand

Een dijk langs de rivier beschermt de mensen tegen het hoge water. Niet altijd ligt een dijk dichtbij de rivier. Vaak zit er een breed stuk grond tussen. Zo breed dat je de rivier niet eens kunt zien. Zo’n stuk grond wordt uiterwaard genoemd. Die hoort eigenlijk bij de rivier. Als het heel hoog water is kan het water uit de rivier de uiterwaard instromen. Daardoor heeft de rivier meer ruimte om het water kwijt te kunnen en blijven de dijken heel. In Wijk en Aalburg is er ook zo’n brede uiterwaard langs de Afgedamde Maas. Die is ongeveer 70 hectare groot. Een hectare is zo groot als een voetbalveld. De inwoners van het dorp kennen het gebied als het Wijkerzand. Een naam die al in de 15e eeuw voorkomt. Een gebied dus met een lange geschiedenis. Er is veel ruzie om gemaakt. De mensen waren het er niet over eens van wie het gebied was. De ruzie liep zelfs zo hoog op dat iemand werd vermoord!

Voor 1814 bestond Wijk en Aalburg nog niet. Er was het dorp Wijk en het dorp Aalburg. Het Wijkerzand hoorde bij Wijk. Het is niet van één of twee eigenaren, maar van veel meer. Alle inwoners van Wijk die daar zijn geboren en getogen zijn eigenaar. In de boeken staat dat alle mensen in Wijk eigenaar zijn die daar ‘een eigen schoorsteen roken’. Ook nu nog krijgen de inwoners elk jaar een deel van het geld van de verhuur van de gronden van het Wijkerzand. De gronden worden gebruikt voor het weiden van vee. Scharen wordt dat ook wel genoemd.

Rond 1440 vindt de moord om het Wijkerzand plaats. Hierbij spelen de families Van der Merwede en Spierink van Well een belangrijke rol. Ridder Dirk van der Merwede is eigenaar van het Wijkerzand dat hij verhuurt voor beweiding. Hij komt in geldproblemen. Om deze op te lossen, gaat hij bij rijke mensen geld lenen. Als Dirk overlijdt, heeft hij bij nog veel mensen schulden. Dan ontstaan er grote problemen. De inwoners van Wijk vinden namelijk dat zij nu recht hebben op het bezit van het Wijkerzand. Daar zijn de mensen van wie Dirk geld geleend heeft het niet mee eens. En ook de overgebleven familieleden van ridder Dirk vechten elkaar de tent uit.

Eén van de rijke inwoners van Wijk waar ridder Dirk geld van leende is Jan Spierink van Well. Hij is een belangrijke man in het dorp. Jan mocht bijvoorbeeld rechtspreken. Hij is niet van adel, maar de mensen hebben wel respect voor hem. Jan Spierink van Well woont in een stenen huis met daar omheen een gracht. Dat is heel bijzonder in die tijd. Hij doet ook veel goede dingen voor de arme mensen in Wijk. Als hij overlijdt, wordt hij als gerechtsheer opgevolgd door zijn zoon Willem. De kinderen van ridder Dirk krijgen ruzie met Willem. Willem wordt vermoord. Waar en hoe dit precies is gebeurd, weten we niet. Misschien is het wel in Babyloniënbroek geweest. Dat zou zomaar kunnen, want de inwoners van dit dorp weigeren de moordenaars te achtervolgen. Ene Gijsbrecht van Heukelum is waarschijnlijk de dader. De broers Jan en Klaas van der Merwede zouden Gijsbrecht hebben opgestookt. Een zus van Jan en Klaas speelt ook een merkwaardige rol. Jonkvrouw Odelie van der Merwede zou van de moordplannen geweten hebben. Maar ze heeft er niets aan gedaan om er een stokje voor te steken. De jonkvrouw moet de gevangenis in. Lang verblijft ze daar niet. Uit medelijden en omdat ze een jonkvrouw is, komt ze na ruim een jaar op vrije voeten. Wel moet er een grote borgsom voor haar betaald worden van tienduizend gouden schilden. Na haar vrijlating wordt ze feestelijk door het stadsbestuur van Heusden ontvangen. Met haar broer Klaas loopt het niet zo goed af. Pas na een paar jaar krijgt hij van de landsheer gratie. Dat betekent dat zijn straf ongedaan gemaakt wordt. En ook Klaas wordt eerder vrij gelaten dan eigenlijk de bedoeling was.

Een belangrijk jaar in de historie van het Wijkerzand is 1816. In dat jaar zegt de provincie Noord-Brabant dat de uiterwaard niet van de inwoners is, maar van de gemeente. Die is er immers voor alle inwoners. De burgemeester is het daar helemaal niet mee eens. Hij stuurt een brief naar de provincie. Zonder succes. De inwoners van Wijk laten het er niet bij zitten. Ze sturen ook een brief, officieel heet dat een rekwest, naar koning Willem I. Die antwoordt dat hij het niet eens is met de provincie. Willem I vindt dat de rechter een uitspraak moet doen. In 1817 geeft de rechter in Heusden de inwoners van Wijk gelijk. Alle inwoners ‘die een eigen schoorsteen roken in Wijk’ zijn en blijven eigenaar van het Wijkerzand. Moorden worden er gelukkig niet meer voor gepleegd. Je vindt er nog steeds vee en je kunt er lekker struinen door het groen.