Langs de grachten

Door goederenoverslag was er veel bedrijvigheid

Tegen het einde van de tiende eeuw werd door de bisschop van Utrecht, ook wereldlijk heerser over dit gebied, de ontginning van het Vechtgebied systematisch aangepakt. De daarvoor aangestelde leenmannen ontwikkelden zich later tot lokale adel. Zij bouwden woontorens (donjons) van baksteen die zo nodig bescherming boden tegen vijanden. De latere kastelen langs de Vecht zijn vaak ontstaan uit deze woontorens. In Maarssen gaat het om het Slot te Maarssen (later Huis Ter Meer), Bolenstein en de verdwenen Snaafburg (of Snavelenburg). Bij deze kastelen ontstond een nederzetting van ambachtslieden en handelaren.Maar

Stenen huizen

Rond 1600 werden de houten gebouwen langs de grachten geleidelijk vervangen door stenen huizen. De scheepvaart werd intensiever, er kwamen regelmatige diensten van de trekschuit voor personen- en vrachtverkeer en het stelsel van jaagpaden werd verbeterd. Pas laat in de negentiende eeuw veranderde de naam ‘Maarssense Aan de Vecht’ in Langegracht en ‘Maarsseveense Aan de Vecht’ in Herengracht. De laatste naam geeft het standsverschil weer. In 1948 wordt de gemeente Maarsseveen samengevoegd met Maarssen.

De Herengracht

De huizen met nummer 1 t/m 6 zijn van vóór 1700, de overige panden zijn van daarna, behalve De Boomgaard aan het eind van de gracht. Dat dateert in oorsprong van vóór 1643. De joden waren in die tijd in veel opzichten een gediscrimineerde groep. In de gemeente Maarsseveen werden ze wat minder beperkt in hun bestaan. Vandaar dat langs de Herengracht veel joden kwamen wonen en er enige tijd een huissynagoge was in Raadhoven. Rond 1800, tijdens de Franse overheersing, werd de godsdienstvrijheid groter. In diezelfde tijd ging de economie sterk achteruit. Veel joden verhuisden toen, net als veel andere bewoners van dure huizen. In de grote huizen kwamen toen vaak ambachtelijke bedrijven in combinatie met bewoning.

De Langegracht

Nu vooral een woongracht, maar ooit een gracht met talrijke ambachtelijke bedrijven. De bewoners waren niet bemiddeld: vaak werden huizen door meerdere gezinnen bewoond en ontbrak geld voor nieuwbouw of ingrijpende verbeteringen. Daaraan danken we voor een deel de huidige monumenten. De éénkamerwoningen in de diverse steegjes uitkomend op de gracht zijn verdwenen. Grote gezinnen hadden hier een armzalig onderkomen. Langs de Langegracht waren talrijke tapperijen, doorgaans voor de ‘staande man’: er was namelijk geen zitgelegenheid.

De Schippersgracht

Eeuwenlang was dit een laad- en losplaats; de kade werd benut om lading van grotere schepen (vanaf de Zuiderzee) over te laden op kleinere schepen. De Vecht richting Utrecht was te ondiep geworden voor grote schepen. De bedrijvigheid leek een klap te krijgen door de opening van het Amsterdam-Rijnkanaal in 1892. Later bleek het nieuwe kanaal toch veel industrie aan te trekken. 
De Schippersgracht liep vroeger dood bij de Molensteeg, achter het hek was de tuin van Bolenstein. Begin twintigste eeuw werd de weg doorgetrokken en werd de Wilhelminaweg aangelegd.

Monumenten

Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw kwam er meer belangstelling voor de restauratie van woonhuizen. De toenemende welvaart en ruimere subsidies droegen ertoe bij dat veel huizen werden gerestaureerd. De door meerdere gezinnen bewoonde huizen werden weer eengezinswoningen en veel bedrijvigheid verdween. Nu vinden we op de grachten 52 rijks- en 8 gemeentelijke monumenten. Dit geeft aan hoe groot de waarde is van dit erfgoed, niet alleen voor de bewoners, maar voor de hele gemeenschap.