de Patriotten

Staatsgezinde die streefde naar machtsherstel in de Republiek

In de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588 – 1795) waren er voor– en tegenstander, dat is namelijk altijd zo, als er iemand aan de macht is. Bij een Republiek is er altijd een stadhouder aan de macht. Voorstanders van een stadhouder werden prinsgezinde genoemd tegenstanders daarentegen werden staatsgezinde genoemd. De Patriotten zijn een groep staatsgezinde die streefde naar machtsherstel in de Republiek tussen 1588 en 1795. Volgens hen moest de macht van de stadhouder bij de burgers komen te liggen.

De stadhouder van de Republiek op dat moment was Willem V, de Patriotten vonden hem maar slap en besluiteloos. Het doel van de Patriotten was om Willem V zijn macht af te nemen en dit in handen van de burgers te leggen. De Patriotten waren erg sterkt en dit leidde ertoe dat Willem V samen met zijn echtgenote Wilhelmina moest vluchtte uit Den Haag. De broer van Wilhelmina, koning Frederik Willem II was koning van Pruisen, hij eiste excuses van de Patriotten aan het stel. Toen deze excuses niet kwam, besloot de koning in 1787 de Republiek binnen te vallen met het Pruisisch leger. Op dat moment hoopte de Patriotten op hulp van het Franse leger, maar toen deze niet kwamen verloren ze de strijd en kreeg de stadhouder opnieuw de macht.

Veel van de Patriotten vluchtten naar Frankrijk om mee te helpen bij de Franse Revolutie. In 1775 kwam er een einde aan de macht van de stadhouder in de Republiek, omdat de Franse de Patriotten hielpen om het Oude Regime ten val te brengen.

De Patriotten hebben dus bijgedragen aan de Rechtsstaat en de Parlementaire Democratie, omdat ze streefde naar machtsherstel in de Republiek en uiteindelijk ook een eind hebben gemaakt aan het Oude Regime.