De Anti-Revolutionaire Partij

De eerste politieke partij in Nederland

De Anti-Revolutionaire partij is de eerste politieke partij in Nederland. Opgericht in het jaar 1879 door Abraham Kuyper. De ARP was een christendemocratische protestantse partij.

Abraham Kuyper was een theoloog, predikant, journalist en staatsman. Kuyper richtte naast de ARP ook de Vrije Universiteit op. Zijn politieke partij was gebaseerd op protestants-christelijke gedachtegang. Hij was een tegenstander van de liberale uitgangspunten die van de Franse revolutie afstammen, die nadruk leggen op volkssoevereiniteit. Om deze reden noemde ze zich zelf ''Antirevolutionair''. De aanhangers van de politieke partij waren voor een monarchie en wilde graag de koloniën in Nederlands-Indië behouden.

In 1901 won de coalitie van de Anti-Revolutionaire partij en de katholieken de verkiezingen. Kuypers werd minister president en benoemde zichzelf tot minister van Binnenlandse Zaken. Daarnaast formeerde hij het kabinet van nog 8 andere ministers. Tot 1905 was hij minister president na de verkiezingsnederlaag tegen de liberalen. In 1920 stierf hij in Den haag.

Tot vandaag de dag zijn de sporen van Kuypers nog steeds te zien. In het voormalige CDA zijn de Sporen nog duidelijk zichtbaar. Evenals in een gedeelte van de gereformeerde protestantse kerken in Nederland.

De Anti-Revolutionaire partij hoort bij parlementaire democratie en rechtstaat, omdat door deze partij ging het parlementaire stelsel anders functioneren. Daarnaast gaf Kuypers een begin aan de verzuiling die later in de geschiedenis belangrijk zal worden. En zijn sporen tot vandaag de dag in onze politieke partijen terug te vinden zijn.