Het huis Ter Meer

De tuin was uitbundig aangelegd.

In het rampjaar 1672 werd het kasteel Ter Meer in Maarssen door het Franse leger verwoest. Een jaar eerder had jonker Adam van Lockhorst (1612-1699) het kasteel gekocht. Op basis van de erkenning van het kasteel als ridderhofstad verkreeg hij zitting in de Utrechtse Staten. Hij was ook heer van Maarssen met alle rechten verbonden aan een ambachtsheerlijkheid. Zijn zoon Vincent Maximiliaan van Lockhorst erfde in 1702 het kasteelterrein met de overblijfselen van het kasteel die daar ruim 30 jaar (van 1672-1702) waren blijven liggen.

Het nieuwe Huis Ter Meer

Vincent Maximiliaan liet op zijn terrein, bij de bocht van de Vecht en niet ver van het oude kasteel, een groot landhuis bouwen met een zeer uitgebreide tuin. Waarschijnlijk werd het vóór 1709 gerealiseerd. In dat jaar werd hij met zijn huis beschreven in de Utrechtse Ridderschap. Ook was hij ambachtsheer van Maarssen. Hij noemde het huis net als het oude kasteel ‘Huis Ter Meer’.

Het was een zeer imposante buitenplaats; in die periode de grootste van de Vechtstreek. De tuin besloeg na uitbreidingen uiteindelijk een oppervlak van meer dan 20 hectare en was vooral bekend om de uitbundig aangelegde grotten en fonteinen. In 1739 kwam een grote vogelvluchtkaart uit van de buitenplaats. Belangrijke bezoekers van Huis Ter Meer waren de koning van Denemarken in 1768 en erfstadhouder prins Willem V in 1772.

Vincent Maximiliaan van Lockhorst stierf in 1740 in Amsterdam. Zijn zoon Diederik werd de erfgenaam van Huis Ter Meer. Toen Diederik in 1755 plotseling overleed, werd zijn vrouw Maria Catharina van Tuyll van Serooskerken ambachtsvrouwe van Maarssen.

Verkleining van de tuin

In 1792 werd de grote tuin van het Huis Ter Meer verkleind en naar de mode van die tijd veranderd in een landschapstuin. Bij de verkleining werd het zuidelijke deel (rondom de Nederlandse Hervormde kerk) niet meer als tuin gebruikt, maar verhuurd als landbouwgrond en weiland. Deze verkleining werd mogelijk doorgevoerd uit bezuinigingsoverwegingen, maar dat gold niet voor de veranderde inrichting van de tuin. De uitvoering en de nieuwe aanplant waren kostbaar.

Het huis

Interessant is dat het huis zelf rond 1840 ook een verkleining heeft ondergaan. De breedte van het huis is toen teruggebracht van 33 naar circa 21 meter. De reden hiervoor was tot nu toe niet precies bekend. Uit een onlangs herontdekte brief van Hendrik Willem Jacob van Tuyll van Serooskerken (1838-1916), neef van de toenmalige eigenaar van Huis Ter Meer, wordt de reden duidelijk. Hij schrijft dat het huis vroeger groter was en dat het dak veel geleden had door het verzamelen van water voor de fonteinen. Een derde deel van het huis werd toen afgebroken. Het geheel werd weer symmetrisch gemaakt.

Een andere passage uit de hierboven genoemde brief vermeldt de naam Zocher, de bekende familie van landschapsarchitecten. Er staat dat een klein bos in de tuin door Zocher was omgehakt en opnieuw ingericht en aangeplant.

Het einde

Op 1 mei 1900 werd het huis en omliggend terrein verkocht aan een bank. Het geheel werd ingedeeld in kavels en aangeboden voor openbare veiling. Ook het Huis Ter Meer zelf moest eraan geloven. In 1903 werd het gesloopt. Alleen de rode beuk die daar toen al 150 jaar stond, nabij het huis in de bocht van de Vecht, zou nog 100 jaar blijven staan.