Genderse goden en godinnen

Wist je dat er in het dorpje Genderen goden en godinnen zijn gevonden? Twee beeldjes verstopt in de grond onder een dikke laag klei. Gave beeldjes van de god Mercurius en de godin Minerva. Mercurius is de Romeinse god van de handel. Minerva is de godin van de wijsheid, een strijdlustige maar ook vredelievende godin. Niet alleen beeldjes zijn gevonden. Er lag ook heel veel aardewerk en glas in de grond. Dat werd gebruikt voor het eten en drinken. Er zat ook heel duur aardewerk tussen, het ‘terra sigillata’. Dat is roodbruin van kleur en glanzend aan de binnenkant. Dit dure aardewerk werd gemaakt door Romeinse pottenbakkers. Die waren trots op hun werk en zetten hun stempel erin. Zo kunnen wij nu nog steeds zien wie het gemaakt heeft. En kunnen kenners van de Romeinen bepalen in welke tijd het gemaakt is, en uit welke streek het aardewerk komt.

Die voorwerpen zijn natuurlijk niet zomaar achtergebleven in de Genderse grond. Zo’n tweeduizend jaar geleden woonden er Romeinen rondom het dorp. Dat weten we omdat er een stuk vensterglas uit die tijd is gevonden. Alleen hele rijke mensen konden dat in die tijd betalen. Er is ook een dakpan onder de grond vandaan gehaald. Daarop staat een stempel van een Romeins legioen.

Er moet in de buurt van Genderen ook een echte grafheuvel zijn geweest. Daarin werden de doden in urnen begraven. Helaas is de grafheuvel verdwenen. Bijna tweeduizend jaar was de heuvel te zien, maar in 1960 werd ie met de grond gelijk gemaakt. Dat kwam omdat er toen heel veel land geruild is. Veel boeren in ons gebied hadden verschillende stukken en stukjes grond die niet allemaal bij elkaar lagen. Voor het werk is dat natuurlijk niet handig. Je blijft maar heen en weer rijden. Daarom kwam er een ruilverkaveling, ook wel kavelruil genoemd. Alle gebruikers gingen erop vooruit, alleen de grafheuvel moest het onderspit delven. De Romeinen begroeven hun doden altijd buiten de stad of dorp of vlak bij hun grote boerderijen. Die boerderijen noemden ze trouwens ‘villa’s’. De doden werden ook wel vlak buiten een legerplaats begraven. Tussen Genderen en Wijk en Aalburg vind je nog steeds wegen die de naam ‘Baarweg’ en ‘Dodenweg’ dragen.

Die wegen zijn nu van asfalt gemaakt, maar zagen er in de tijd van de Romeinen heel anders uit. De onderlaag was gemaakt van wilgenhout. Daarop kwam een verharding van steen, zand en leem, een soort stevige klei. De wegen waren belangrijk, want daarover galoppeerden de Romeinse soldaten. Ze droegen een kort zwaard, een helm met een mooie pluim en een groot schild. Op weg naar de villa waar de vrouwen met opgestoken haar wachten. Ze droegen lange witte of gekleurde jurken. De mannen droegen ook een soort jurk, een ‘tunica’. Om hun middel was een touw of riem te vinden. Dat was handig om je mes of dolk aan op te hangen. Om hun benen hadden de mannen een touw of een koord gewikkeld. De villa was een ommuurd terrein met grote lange gebouwen. Er waren stallen voor de paarden en schuren voor het vee. Op de muren stonden wachtposten.
Nog veel meer wachtposten waren te vinden bij het ‘castellum’, de legerplaats. Daar kwam je niet zomaar binnen! Of je moest iets willen verkopen, zoals de mensen uit Genderen vast weleens deden. Bijvoorbeeld groenten uit eigen tuin. Streekproducten, die de Romeinen niet kenden.