Kinderwetje van Van Houten
Rond 1874 was er veel kinderarbeid. Erg veel kinderarbeiders zijn ingezet die veel en vooral ook zwaar werk moesten doen. De werkomstandigheden waren ook erg slecht. Het was er gevaarlijk, verschrikkelijk en ze kregen erg weinig geld voor het werk dat ze moesten doen. De oorzaak was vooral door de crisis die er toen was.
In 1874 werd erdoor van Houten door veel aan te dringen een wet opgesteld en aangenomen die de kinderen tegen al de kinderarbeid moest beschermen. Dit was overigens de allereerste sociale wet in Nederland. In deze wet stond geschreven dat het verboden was tot en met het twaalfde levensjaar nog te gebruiken of aan te nemen als werknemers. Kinderen mochten niet meer in een fabriek werken maar nog wel in het huishouden en de landbouw. Er werd heel slecht gecontroleerd of de wet wel of niet werd nageleefd en hierdoor bleef kinderarbeid in fabrieken vaak doorgaan. Pas in 1882 kwamen er controleurs langs de fabrieken om te kijken of fabrikanten zich aan de wet hielden en geen kinderen in dienst hadden. Als ze dit wel hadden kregen ze een boete.
Later kwam er nog een wet, de leerplichtwet. Door deze wet kwamen de grootste veranderingen en stopte de kinderarbeid. In deze wet staat dat kinderen verplicht zijn om naar school te gaan. De wet werd aangenomen met 50 stemmen voor en 49 tegen omdat een tegenstander van zijn paard was gevallen en dus niet kon stemmen. Toen de wet werd aangenomen moesten per direct alle kinderen tot hun twaalfde verplicht naar school. Hierdoor konden de kinderen dus ook niet meer voor de leeftijd van 12, werken in een fabriek.
Het Kinderwetje van, Van Houten heeft bijgedragen aan de rechtsstaat omdat deze wet heeft gezorgd voor het opkomen van de rechten van werkende kinderen en de grondlegger was voor de leerplichtwet die later werd ingevoerd en definitief een einde probeerde te maken aan de kinderarbeid.