Mariniers in Langerak

Van de vloot naar de Lek

De Oude Hollandse Waterlinie werd in de zomer van 1672 versterkt door de komst van honderden mariniers. Deze ‘zeesoldaten’ waren niet langer nodig op de vloot, en konden de zwakke plekken in de linie versterken. Bijvoorbeeld de zuidelijke Lekdijk, bij Langerak en Nieuwpoort.

Slag bij Solebay

Ruim zeventig schepen onder leiding van luitenant-admiraal Michiel de Ruyter leverden op 7 juni 1672 voor de kust van Engeland slag met de gezamenlijke Franse en Engelse vloot. De zeeslag eindigde onbeslist, maar werd gezien als een Nederlandse overwinning omdat de geplande Franse en Engelse blokkade van de Nederlandse kust, en een eventuele landing van troepen, erdoor werd voorkomen.

Coenraad Droste

Aan boord van een van de Nederlandse schepen waren kapitein Coenraad Droste en zijn mariniers. Kort na de zeeslag werden zij op bevel van Holland aan land gezet om de Oude Hollandse Waterlinie te versterken. Droste reisde naar Schoonhoven, waar de Spaanse markies De Louvignies een groot gebrek aan manschappen had. De Louvignies stuurde de mariniers vervolgens naar kasteel Langerak, aan de zuidoever van de Lek. Het Middeleeuwse kasteel was slecht verdedigbaar, aldus Droste, omdat het slechts ‘een gracht hadt sonder wallen’.

Aanval op Vreeswijk

Kapitein Droste en zijn mariniers namen in oktober 1672 deel aan de Nederlandse aanval op het bezette Vreeswijk; een afleidingsaanval om de gelijktijdige Nederlandse belegering van Woerden te ondersteunen. In zijn biografie beschrijft Droste verder hoe hij begin 1673 samen met Walraad, graaf van Nassau-Usingen, in een sloep de inundaties van de Oude Hollandse Waterlinie inspecteerde. De graaf trok aan de wilgen langs de sloot om de sloep vooruit te bewegen, en viel daarbij in het water. De marinierskapitein hielp hem er weer uit. Enige tijd later vertrokken Droste en zijn mariniers met een omweg langs Goudriaan en Noordeloos naar Schoonhoven.