De Hollandse Oorlog

Een Franse aanval op de Republiek

De invasie van de Nederlandse Republiek in 1672, wat de Fransen de Guerre Hollande – Hollandse Oorlog – noemden, had een typisch zeventiende-eeuwse voorgeschiedenis van wisselende bondgenootschappen en persoonlijke koninklijke ambities.

Een gepikeerde koning

Frankrijk werd in 1672 geregeerd door koning Lodewijk XIV, bekend als de Zonnekoning en als opdrachtgever voor de bouw van het Paleis Versailles. Voordat de twee landen in oorlog kwamen waren de Fransen en Nederlanders lang bondgenoten tegen hun gezamenlijke vijand Spanje.

Het was voor koning Lodewijk XIV daarom onacceptabel dat zijn poging in 1665 om delen van de Spaanse Nederlanden (ongeveer het huidige België) te veroveren werd gedwarsboomd door uitgerekend de Nederlandse Republiek. Gesteund door Engeland en Zweden dwongen de Nederlanders de Fransen tot het staken van hun verovering. Lodewijk XIV klaagde dat de ‘ondankbare’ Nederlanders blijkbaar waren vergeten dat Frankrijk hen altijd had gesteund in hun strijd tegen Spanje!

Aanval op Nederland

Een tweede poging om delen van de Spaanse Nederlanden te veroveren zou volgens de Franse koning moeten beginnen met het neutraliseren van de Nederlandse Republiek. Terwijl de Fransen plannen maakten voor de invasie van Nederland werden Engeland en Zweden in het geheim met geld en beloftes van militaire steun ‘omgekocht’ om de Franse kant te kiezen.

In april 1672 verklaarden Engeland en Frankrijk de oorlog aan de Nederlandse Republiek. Voor veel Nederlanders was dat een grote verrassing: de benoeming van de 21-jarige prins Willem III van Oranje tot kapitein-generaal van het leger had Engeland – waar Willems oom Karel II koning was – juist te vriend moeten houden. Terwijl het Nederlandse leger moeizaam bijeenkwam in Maastricht en langs de Gelderse IJssel trok het grote Franse leger langzaam richting, en langs, de Rijn. Begin juni bereikte het de Nederlandse oostgrens nabij Nijmegen.