Guido de Brés

Confessio Belgica

Guido de Brès was een protestantse theoloog geboren in de Waalse stad Bergen.
In het jaar 1561 schrijft hij zijn “Confessio Belgica” om aan Koning Filips II duidelijk te maken dat het calvinisme geen radicale doperse stroming is maar een hervorming van de kerk in de Bijbelse zin.

Het geschrift is sterk beïnvloed vanuit de Institutie van Calvijn. In de nacht van 1 op 2 november 1561 werpt de Brès zijn geschrift over de muur van de citadel te Doornik waar landvoogdes Margaretha de Parma verblijft.

In 1566 wordt hij gevangengenomen en door de Inquisitie verhoord. Op 31 mei 1567 wordt de doodstraf voltrokken door ophanging. Guido is 45 jaar geworden.

 

De eerste Nederlandse uitgave van de Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt in 1562 in Emden in het geheim gedrukt.

In het kader van deze canon is artikel 27, dat handelt over de enig katholieke of algemene kerk van wezenlijke betekenis.

Het artikel luidt:

Wij geloven en belijden een enige katholieke of algemene Kerk,
dewelke is een heilige vergadering der ware Christ-gelovigen,
al hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus,
gewassen zijnde door Zijn bloed,
geheiligd en verzegeld door den Heiligen Geest.

Deze Kerk is geweest van den beginne der wereld af,
en zal zijn tot den einde toe;
gelijk daaruit blijkt, dat Christus een eeuwig Koning is,
Dewelke zonder onderdanen niet zijn kan.
En deze heilige Kerk wordt van God bewaard, of staande gehouden,
tegen het woeden der gehele wereld;
hoewel zij somwijlen een tijd lang zeer klein
en als tot niet schijnt gekomen te zijn in de ogen der mensen,
gelijk zich de Heere gedurende de gevaarlijken tijd onder Achab
zevenduizend mensen behouden heeft,
die hun knieën voor Baäl niet gebogen hadden.
Ook mede is deze heilige Kerk niet gelegen,
gebonden, of bepaald in een zekere plaats,
of aan zekere personen,
maar zij is verspreid en verstrooid door de gehele wereld;
nochtans te zamen gevoegd en verenigd zijnde
met hart en wil in één zelfde Geest,
door de kracht des geloofs.