Gemeentelijke herindeling

Einde van een zelfstandige gemeente

Gemeentelijke herindeling van Deventer en Diepenveen

Op 1 januari 1999 werden de gemeenten Deventer en Diepenveen samengevoegd tot een bestuurlijke eenheid. De herindeling, opgelegd door de provincie Overijssel, was een feit. Voor de stad Deventer een enorme en gewenste uitbreiding, voor de inwoners van de gemeente Diepenveen, inmiddels nog maar bestaande uit vier kerkdorpen, een grote teleurstelling omdat de zelfstandigheid verdween.

Grenswisselingen door de eeuwen

In 1524 was er al sprake van het schoutambt Colmschate dat bestond uit een aantal marken. Rond het dan nauwelijks nog bestaande gehucht Diepenveen met het vrouwenklooster waren dat de marken Tjoene en Rande. In 1528 kocht keizer Karel V het 'Oversticht', het huidige Overijssel, van de laatste prins-bisschop van Utrecht en werd hier de landheer. In 1576 beleende zijn zoon Philips II het schoutambt aan de stad Deventer omdat hij geld nodig had om de soldij te betalen. De stad mocht vanaf dat moment het schoutambt besturen, belasting heffen (nauwelijks) en de schout en de zogenaamde ambtsmannen benoemen. Veel Deventenaren bezaten boerderijen en landerijen in het schoutambt. De leen is nooit door Philips II terugbetaald...
Vanaf 1592 was de stad ook eigenaar van het vrouwenklooster (daarna gesloopt), van de nog bestaande kloosterkapel en de vele kloosterbezittingen.
Na ruim tweehonderd jaar, na het uitroepen van de Bataafse Republiek, vond in 1795 de eerste grenswijziging plaats. Twee uiterwaarden, de Stobbenweerd en de Keizersweerden, werden aan het grondgebied van de stad gevoegd.

Naamswijziging

In 1811 werd het schoutambt tijdens de Franse overheersing omgevormd tot een mairie. Deze ging later weer op in de nieuw gevormde gemeente Diepenveen waarvan de kerkdorpen Diepenveen, Schalkhaar (Riele), Lettele en Colmschate deel uitmaakten. De naam wijzigde van Colmschate naar Diepenveen, waarschijnlijk omdat daar de enige kerk stond. Pas 1847 ontstond het vijfde kerkdorp Okkenbroek.
De volgende grenswijziging was in 1877, toen ruilden de stad en de gemeente Diepenveen een stuk grond aan de noordkant van de stad bij de IJssel met het terrein van Brinkgreven.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog

In 1940 - tijdens de Duitse bezetting - volgde een poging om de hele gemeente Diepenveen toe te voegen aan Deventer. Die had geen succes. Na de oorlog wilde de stad uitbreiden en in 1960 ging meer dan 440.000 hectare over van Diepenveen naar Deventer: Platvoet, Borgele, Keizerslanden en het gebied rond de Douwelerkolk.
Eigenlijk wilde Deventer - vanwege ruimte gebrek - het hele grondgebied van Diepenveen overnemen en dat resulteerde in een wetsvoorstel in 1972 aan de Tweede Kamer. Die ging akkoord. Vanwege de stemming in de Eerste Kamer vertrokken bussen vol protesterende Diepenveners onder leiding van burgemeester Samuel Crommelin naar Den Haag. De Eerste Kamer ging op 19 april 1973 niet akkoord met de annexatie, alleen het kerkdorp Colmschate mocht worden ingelijfd.
Diepenveen juichte, Deventer treurde.

Provinciale herindeling

In 1987 besloot de provincie Overijssel tot een herindeling van een groot aantal gemeenten. Diepenveen probeerde de annexatie door Deventer tegen te houden en ging in 1993 akkoord met het aanwijzen van bouwgrond voor de stad: Colmschate Noord en Steenbrugge. In 1995 - vanwege een nieuw ziekenhuis - volgde nog een grondruil met de Rielerenk.
De herindeling viel echter niet tegen te houden. Opnieuw kwam de bevolking van de vier overgebleven dorpen Diepenveen, Schalkhaar, Lettele en Okkenbroek en de buurtschappen in actie. Maar dit keer was het de provincie die besliste. Het gemeentehuis in Schalkhaar werd op 31 december 1998 gesloten en ontruimd. De nieuwe gemeente op 1 januari 1999 kreeg de naam 'Deventer'. De naam 'Diepenveen' is sindsdien beperkt tot het 'dorp'.