Heibel in de kerk

Westerwolders luisterden niet meer naar hun dominee

Binnen de kerk waren steeds meer mensen die vonden dat de persoonlijke geloofsbeleving belangrijker was dan de leerregels van de kerk. Ze organiseerden aparte vergaderingen en maakten ruzie met hun dominees.

Richtingenstrijd
In de eerste helft van de achttiende eeuw ontstond in de kerk een richtingenstrijd. Vanouds lag de nadruk op de leer van de kerk, zoals wat je moest geloven om zalig te worden en na je dood in de hemel te komen. Er ontstond een groep mensen binnen de kerk die vond dat die geloofsregels van de kerk minder belangrijk waren. Zij vonden dat je God vooral in je hart moest voelen om zo een persoonlijke band met God op te bouwen. Dat was belangrijker dan de leer. ‘De letter maakt dood, de geest maakt levend’, zo kon je in die groep vaak horen. Deze mensen staan bekend als ‘piëtisten’, door hun tegenstanders vaak voor ‘fijnen’ uitgemaakt.

Schortinghuis
In het Westerwolde van de achttiende eeuw had het piëtisme veel aanhangers. Hun voorman was ds. Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750). Deze was van 1734 tot zijn dood in 1750 predikant in Midwolda. Hij is vooral bekend geworden door zijn boek “Het innige Christendom”. Daarin schetste hij een wel erg pessimistisch mensbeeld dat hij samenvatte in de zin: ‘Ik wil niet, ik kan niet, ik weet niet, ik heb niet en ik deug niet.’ De zogeheten ‘vijf-nieten’ van Schortinghuis.

Oefenaren hielden oefeningen
De piëtisten of ‘schortinghuisianen’, zoals zij ook wel bekend staan, begonnen zich steeds meer te verzamelen in ‘oefeningen’, dat waren bijeenkomsten buiten de officiële kerk om, waar het woord werd gevoerd door zogeheten ‘oefenaren’ (lekenpredikanten). Deze oefenaren hadden het vooral over de eigen innerlijke ervaringen, religieuze gevoelens en belevingen in plaats van over de uitleg van de bijbel. Geen wonder dat de ‘echte’ predikanten zich steeds meer gingen ergeren aan het optreden van de oefenaren. Bovendien bleek, dat de aanhang van het piëtisme juist het meest toenam in dorpen waar de predikant niets van het piëtisme moest hebben.

Overheidsingrijpen nodig
Wat de zaak ingewikkelder maakte, was dat er ook een politiek element in mee speelde. De piëtisten waren veelal Oranjegezind, hun tegenstanders staatsgezind.
Deze mix van godsdienst en politiek kon gevaarlijk zijn; uitbarstingen lagen op de loer. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 1736 in Blijham waar een groot conflict ontstond rond een oefenaar die op eigen houtje bijeenkomsten hield. De kerkenraad bestrafte hem door hem de toegang tot het Heilig Avondmaal te verbieden. Zijn aanhangers namen dit niet en binnen de kerkelijke gemeente dreigde nu een scheuring. De kerkbanken raakten half leeg omdat een groot aantal kerkleden de vergaderingen van de piëtisten bezocht, die vlak bij het kerkgebouw op hetzelfde tijdstip van de kerkdienst werden gehouden. Tussen jongeren van beide groepen braken vechtpartijen uit, waarbij het hardhandig toeging en er bloed vloeide. Uiteindelijk wist de overheid de zaak te sussen.
De beroering bleef, ook in veel ander dorpen in Westerwolde, tot in de jaren vijftig van de achttiende eeuw. Daarna nam de interesse voor de oefeningen af.

Het liep toch nog uit de hand!
De tegenstelling in het denken van beide groepen bleef echter bestaan. In 1781 ontstonden rellen bij de benoeming van een schoolmeester die ook kosterswerk zou doen, die zo hoog opliepen, dat de bijbels door de kerk vlogen. Ook werden alle ruiten en het meubilair vernield. Als gevolg van deze schade moest een nieuwe kerk worden gebouwd!


Tijdbalk

Jaar

Gebeurtenis

1700

Opkomst piëtisme in Groningen vanuit Duitsland

1720

Eerste conflict met oefenaren in Nieuweschans

1722

Opstelling van een kerkelijk reglement voor oefeningen

1723

Ds. Schortinghuis wordt predikant in Weener (Dld), en bekeert zich tot het piëtisme

1734

Ds. Schortinghuis wordt predikant in Midwolda

1736

Conflict in Blijham met leegloop van kerkdiensten

1740

Uitgave van ‘Het innige christendom”

1741

Synode van Appingedam legt de meningsverschillen bij over de aanpak van oefeningen

1750

Schortinghuis overleden en begraven in de kerk van Midwolda

1760

Afname van oefeningen na de jaren '50

1781

Conflict in Blijham bij benoeming van een schoolmeester/koster

1787

Orangisten in Blijham


Literatuur:

  • Buursma, A., m.m.v. O.S. Knottnerus, De Geschiedenis van Westerwolde. 4 De Kerken (Groningen 1995).
  • Bosch, R.A. Wilhelmus Schortinghuis (Kampen 2007).
  • van ’t Hul: Wilhelmus Schortinghuis - "een pilaar van Godes kerk"

 

Er op uit:
Bekijk de NH-kerk van Blijham, centrum van de onenigheid in 1734, de opvolger van de vernielde kerk.