Geert Teis

Tekstdichter van het "Grunnens laid"

Geert Teis Pzn. had grote belangstelling voor de Groningse streektaal. Hij was een van de meest gelezen Groningse schrijvers. Hij schreef poëzie, verhalen en toneel.

Jeugd in Stadskanaal
Geert Teis Pzn. werd geboren op 13 november 1864 in Stadskanaal als Gerhard Willem Spitzen. “Teis Pzn.” is een anagram van deze naam. (Een anagram is een woord dat bestaat uit de letters van een ander woord, maar dan in een andere volgorde).
Hij groeide op in de Kanaalstreek. Zijn vader was er eigenaar van een bedrijf waar turf gestoken werd (vervener) en winkelier. Toen hij veertien was verhuisde hij naar ’s Hertogenbosch. Daar werd hij opgeleid tot onderwijzer. Zijn eerste baan was in Winschoten, maar daar bleef hij niet lang. In 1885 vertrok hij naar het westen van het land om daar carrière te maken. Spitzen behaalde ook lesbevoegdheid voor de vakken Nederlands en Duits en werd leraar aan een HBS. Op 20 december 1894 trouwde hij met zijn vroegere buurmeisje uit Stadskanaal: Jantina Elsina Brouwer. Samen vertrokken ze naar Wageningen. Daarna is hij vaak weer verhuisd, maar nooit meer naar Stadskanaal. Toch bleef hij er steeds over schrijven, in het Gronings dialect uit zijn jeugd. Hij zette zich ook in voor het behoud van die taal.

Grunneger Sproak
Sinds het begin van de 20e eeuw waren er veel Groningers naar andere delen van het land vertrokken. In grote steden zoals Rotterdam, Amsterdam, Eindhoven, ver van hun geboorteplaats, voelden deze migranten heimwee naar hun eigen Groningerland. Zo ontstonden er in het hele land Groninger Verenigingen. Als overkoepeling van deze verenigingen werd de vereniging “Grunneger Sproak” opgericht o.a. door Geert Teis. Deze vereniging had als doel om de Groninger Taal en Cultuur te bevorderen en in stand te houden.
Geert Teis was de maker van de eerste Groninger spelling. Pas in 1984 werden de spellingsregels van de Groninger streektaal officieel vastgelegd. Deze regels weken af van de regels die Teis toepaste. Een voorbeeld: doar (daar) schreef Teis met “ao” als: daor.

Toneelstukken
Behalve gedichten en liedjes schreef Teis ook verschillende toneelstukken. Zijn eerste stuk was ook meteen zijn bekendste: Dizzepie-dizzepu. Deze merkwaardige titel kwam uit de mond van een Groningse hereboer die meer geld had dan verstand. Het is een verbastering van de Latijnse spreuk ‘Mundus vult decipi, ergo decipiatur’: De wereld wil bedrogen worden, laat haar dus bedrogen worden. De première van Dizzepie-dizzepu vond plaats in Den Haag. Maar op 16 februari 1918 werd het stuk ook in Groningen gespeeld. Het was de eerste keer dat er in de stadsschouwburg een stuk werd opgevoerd in het Gronings dialect.
Met zijn voordrachten en toneelstukken liet Geert Teis zijn publiek vaak lachen. Dat deed hij vooral om belangstelling voor het Gronings op te wekken.
In zijn tijd was Geert Teis een beroemdheid, misschien wel in de eerste plaats door zijn optredens die het publiek tot groot enthousiasme brachten.

Grunnens laid 
In 1919 schreef Geert Teis het “Grunnens laid” (Nederlands: Het lied van Groningen). De in Slochteren geboren hoofdonderwijzer Gerard Roelof Jager uit Zaandam maakte de muziek. Het Grunnens laid is het enige provinciale volkslied dat in het dialect geschreven is. De andere zijn uit het Nederlands vertaald.
Op 13 maart 1945, kort voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, overleed Teis in Ruurlo.


Tijdbalk:
Overzicht van zijn werk:

Jaar

Gebeurtenis

1909

Mien Bröddellabbe. Grönneger riemsels.

1912

Tiepelwaark. Grönneger stokkies.

1913

Magels. Grainmaank, Schrödde, Laidjes.

1916

Knaolster Prikkelboukie, mit bonte schilders, oorlogsploatjes en knipsels.

1917

Dizzepie-Dizzepu. Bliespul.

1917

't Aimertje. Grönneger waark.

1918

De Grond. Spul van Boerenleven.

1918

Meester boven meester. Bliespul.

1923

Grepen uit leven en omgeven van Hergen Zunneschien. Proza; eigen levensbeschrijving.

1925

Ome Loeks, 'n blied Grönneger spultje van aarven en vrijen.

1927

Knitters van d' Heerd. Grönneger veurdrachten en goud.

1927

Kemedie van Stad, Grönneger boerenspul.

1931

'n Frizze, Toneelspel in één bedrijf.

1932

Kwitsebaaien, Grönneger riemsels.

1934

Aolwieke, laand en lu van vrouger.

1937

Opslag in Stoppellaand, proza en verzen.

1940

Warrelsnei, Grönneger riemsels.

1940

Zwienekemedie, uut 't platduuts van August Hinrichs.

1941

Aoderjoan Geerts Wildervank, verzen van ons veen, niet in de handel.

1943

Krespedentie tusschen Ol Siebengoa en Geert Teis Pzn.
Over 't ‘epos’: Ome Loeks zien peerd is dood.

1943

Veurloop.

1943

Nadde Wereld, toustanden uut vrouger tied.

1943

Vief stokken uut het waark ‘... en toch bluit de blauwe bloume - proza.

1943

Knaolster Maondkalender. Op rijm.

1944

Laot maor zitten! toneelstuk in één bedrijf; niet gedrukt.

1945

Nauta's Glorie, tooneelstuk; niet gedrukt.

 

Zelf lezen:


ER OP UIT:

  • Theater Geert Teis: buste van Geert Teis (door Willem Valk)
  • Geert Teisplein
  • Bekijk de herdenkingsplaquette in de zijmuur van zijn geboortehuis aan de Handelsstraat 34 in Stadskanaal (nu Chinees restaurant Golden River).


Tekstbronnen:

wikipedia.org

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1945 > blz. 242 - 249