Lessen uit de predikantenborden

 

Op de rechtermuur naast glas één hangen een aantal grote, zwarte borden met veel namen. Het zijn de zogenaamde predikantenborden met daarop de namen van alle dominees die de Sint-Jansgemeente gediend hebben. Het bord begint in 1573, net na de Alteratie van de Sint-Jan. Dat betekent natuurlijk niet dat er voor die tijd geen voorgangers aan de gemeente verbonden zijn. Zij zijn echter katholieke priesters en pastoors en voor hen is tot op de dag van vandaag nog geen namenbord opgehangen in de kerk, maar er zijn wel plannen om dit bord te realiseren.

In 1894 komen de toenmalige predikanten van de Sint-Jan op het idee om een lijst op te stellen met alle predikanten die sinds de Hervorming de gemeente hebben gediend. Deze lijst moet resulteren in een bord dat in de consistorie, de vergaderzaal van de kerkenraad, kan worden opgehangen. De kosten vallen echter te hoog uit en daarom keurt de kerkenraad het plan af.

In 1913 besluit de kerkenraad een tweede poging te doen om predikantenborden te laten maken, het is inmiddels mode in de kerk om een dergelijk bord te hebben. De rollen zijn echter wel omgedraaid: de kerkenraad geeft de opdracht aan de dominee, J.G. Deur, om een lijst met alle namen van de predikanten sinds 1573 te maken. Men maakt drie borden om de namen op weer te geven, twee daarvan zijn toentertijd voor een groot deel gevuld. Inmiddels is ook het derde bord in gebruik genomen.

De lijst met predikanten en ook de borden bestaan uit drie kolommen. In de eerste kolom noemt men de naam van de predikant, het jaartal waarin hij overkwam naar de Goudse gemeente en de gemeente waar hij vandaan kwam. In de tweede kolom beschrijft men de reden waarom deze predikant niet langer aan de gemeente verbonden is, bijvoorbeeld door een beroep aan te nemen naar een andere gemeente. In zo’n geval staat de naam van de nieuwe gemeente van de betreffende predikant vermeld op het bord. Er zijn echter ook andere redenen dan een verhuizing, bijvoorbeeld een overlijden, een emiraat ofwel pensioen, of, zoals op het eerste bord een aantal keer voorkomt: schorsing of ontzet uit het ambt. In de derde kolom staat het jaartal waarin de dominee om wat voor reden dan ook niet meer aan de gemeente verbonden is.

Op het eerste gezicht lijkt een lijst met namen niet zo heel spannend. Toch is het een belangrijke bron om iets te zeggen over de geschiedenis van de Sint-Jan. Het valt bijvoorbeeld op dat in de zestiende en zeventiende eeuw een aantal predikanten uit hun ambt ontzet zijn. Een dominee, de beroemde Herman Herbers, de schrijver van de Goudse Catechismus, is zelfs geschorst. Toen het stadsbestuur – en daarmee het kerkbestuur – een meer gereformeerde koers ging waren, bleken deze predikanten te remonstrants. Ze werden, na de synode van Dordrecht in 1618-1619, verbannen uit de Republiek. De predikantenborden zijn dus niet slechts lijsten met namen, ze zijn waardevolle kerkhistorische bronnen die ons iets vertellen van de geschiedenis van de gemeente die al zoveel eeuwen de Sint-Jan bevolkt.