Landhonger en schuivende gemeentegrenzen

Het opgaan van Boskoop in de gemeente Alphen aan den Rijn lijkt misschien een breekpunt in de geschiedenis. Maar wie die lokale geschiedenis induikt, ziet dat ons dorp een langere geschiedenis van herindelingen en verschuivende gemeentegrenzen kent. Met wel één groot verschil: meestal was het juist Boskoop dat ten koste van de buurgemeenten groeide. Soms succesvol, en soms ook met instemming van de bewoners van dat gebied zelf. Maar pogingen waarbij de omliggende gemeenten helemáál niet blij waren met dat landhongerige Boskoop waren er ook.

Gemeentegrenzen in beweging

Dat geschuif met gemeentegrenzen, daarin is Boskoop of de regio niet uniek. Sinds het officiële ontstaan van gemeenten zijn die grenzen eigenlijk altijd in beweging geweest. Buurtschappen en gehuchten werden samengevoegd, kleinere plaatsen werden opgeslokt door een grotere buur, polders werden uitgeruild. Soms omdat er grote plannen waren die het gemeenteniveau overstegen. Denk aan de bouw van nieuwe omvangrijke woonwijken, of de herverkaveling van grote stukken landbouwgrond. Vaak gebeurde het onder het mom van (bestuurlijke) schaalvergroting, waardoor dorpen, steden of later hele gebieden samensmolten tot nieuwe gemeenten. Die gemeenten werden zo dus steeds groter, maar hun aantal steeds kleiner. Dat is terug te zien in de cijfers. Momenteel (2022) telt Nederland 345 gemeenten, waar dat er in 2000 nog 537 waren. In 1980 waren het er 811, in 1940 1.054 en in 1900 telde Nederland zelfs 1.121 gemeenten.

Het ontstaan van Boskoop als ‘gemeente’

De Boskoopse historie mag dan vele eeuwen verder teruggaan, een ‘echte’ gemeente zoals we die nu kennen, werd het pas omstreeks 1800. Voor die tijd bestond de bestuurlijke vorm van de gemeente niet: Nederland kende steden of dorpen, allemaal met hun eigen bestuursvorm. Vanaf de Bataafse tijd (1795-1806) veranderde dat. Naar Frans voorbeeld werden ook in Nederland gemeenten ingesteld, waarmee het bestuurlijke onderscheid tussen stad en dorp verdween. Wat een gemeente precies mocht en kon, veranderde in de 19e eeuw nog een aantal keren. Maar tegenwoordig is het na de rijksoverheid en de provincie nog altijd de derde bestuurslaag van ons land. Dat gemeenten in die begintijd talrijk waren, is te zien aan de namen van verdwenen gemeenten die Boskoop ooit tot buren mocht rekenen, zoals Noord-Waddinxveen, Zuidwijk of Middelburg.

De belangrijkste wijzigingen (of pogingen daartoe) staan hieronder genoemd

 

1812: de gemeente Middelburg komt bij Boskoop

De Fransen, destijds aan de macht, voegden de gemeente Middelburg om ‘administratieve redenen’ in 1812 (of 1811) toe aan Boskoop. Erg lang duurde dat niet: slechts vijf jaar later, in 1817 al, ging Middelburg weer zelfstandig verder. De gemeente was niet meer dan een lange strook land, bestaande uit de vier polderblokken Spoelwijk, Nieuwkoop, Foreest en Middelburg. Vanwege de geringe grootte waren de inwoners voor veel zaken op zowel Boskoop als Reeuwijk aangewezen. Erg lang zou de gemeente dan ook niet zelfstandig blijven. In 1855 verdween Middelburg voorgoed als zelfstandige gemeente toen het opging in grotere buur Reeuwijk.

1846: de gemeente Zuidwijk komt bij Boskoop

Door het ‘verlies’ van Middelburg, raakte Boskoop dus een stuk grond kwijt. Maar in 1846 kwam er weer een flink stuk ‘Boskoop’ bij. Rond 1800 was ook de van oorsprong ‘hoge heerlykheid van Zuidwyk’ omgevormd tot de zelfstandige gemeente Zuidwijk. Dat bleef het tot 1845, daarna werd het ingelijfd door Boskoop. Tot dat moment was het eerste gedeelte van het Reijerskoop ook meteen de zuidelijke gemeentegrens geweest. Met de inlijving van Zuidwijk schoof die op richting Randenburg, dat onderdeel van Reeuwijk was.

1895: uitgebreid met een stuk Waddinxveen

Aan de andere kant van de Gouwe vormde de Zijde lange tijd de zuidelijke gemeentegrens. Direct daarachter begon Wadddinxveen al. In 1895 veranderde dat. Het deel liggende tussen Gouwe, Zijde en het huidige Noordeinde ging van Waddinxveen over naar Boskoops bestuur. Het ging hier om de polder Snijdelwijk en stukken van de kort daarvoor drooggemaakte polder De Putte en de Voorofsche Polder. De nieuwe grens met Waddinxveen kwam te liggen bij wat nu de Linnaeusweg is. Door woorden als annexatie en inlijving, lijkt zo’n grenswijziging altijd een strijd, inclusief winnaar en verliezers. Maar dat was niet altijd zo. Zo kwam dit initiatief van de gebiedsbewoners zelf. Zij vroegen de provincie in 1893 om ‘Blok Snijdelwijk’ bij Boskoop te voegen. Het grensde namelijk al aan de bebouwde kom van Boskoop, die van Waddinxveen lag een heel stuk verder weg. Ook gingen de inwoners gewoon in Boskoop naar de kerk. En het was een beetje  een achtergesteld gebied: voorzieningen tegen brandgevaar, politietoezicht en sanitair toezicht lieten te wensen over. De provincie kon zich in het voorstel vinden, en ook Waddinxveen was snel akkoord nu het in die noordelijke uithoek van de gemeente geen dure voorzieningen meer hoefde te treffen. Boskoop groeide hiermee met bijna 180 hectaren en kreeg er in één klap 492 inwoners bij. De weilanden en kwekerijen zouden ook later nog handig blijken: in de eeuw die volgde vond Boskoop er de ruimte om aan de stijgende vraag naar woonruimte te voldoen: Julianakwartier (jaren ’20), Snijdelwijk (vanaf de jaren ’60) en Waterrijk (vanaf de jaren ’90) bevinden zich allemaal in het gebied dat pas in 1895 bij Boskoop kwam.

1914-1930: mislukte pogingen tot een groot Boskoop

Boskoop had de smaak te pakken. In 1914 deed het een verzoek aan de provincie tot gebiedsuitbreiding. De wensenlijst was aanzienlijk: de Hazerswoudse Droogmakerij, Nessepolder en de polders Rietveld, Rijneveld en Randenburg. Zover kwam het in 1914 niet, en evenmin gebeurde dat toen Boskoop het in 1920 voor een tweede keer probeerde. In 1930 deed het gemeentebestuur een derde poging, deze keer gepaard met een grote lobby bij de provincie en via de pers. De toon die Boskoop aansloeg en de argumenten die men hier gebruikte zetten echter veel kwaad bloed bij de omringende gemeenten. Zowel Alphen als Hazerswoude en Reeuwijk verzetten zich fel tegen de nauwelijks te stillen landhonger van hun buurgemeente. Dat Boskoop bijvoorbeeld had nagelaten Reeuwijk vooraf van de plannen op de hoogte te brengen, hielp ook niet echt. Nadat zelfs de minister van Binnenlandse Zaken zich met de zaak had moeten bemoeien, zag Boskoop ook deze derde poging stranden.

1964: groei ten koste van vijf buurgemeenten

Wat tussen 1914 en 1930 niet lukte, lukte in 1964 alsnog gedeeltelijk. Maar liefst vijf gemeenten moesten gebied afstaan aan Boskoop. Daaronder deze keer ook de gemeente Zwammerdam, die datzelfde jaar ophield te bestaan. Boskoop kreeg er zo 800 hectaren én 706 nieuwe inwoners bij. De gebiedsuitbreiding zat ‘m deze keer vooral in het noorden en noordoosten van de gemeente. Die noordgrens schoof zo’n 1,5 kilometer op. Hiermee kwam onder andere de Nessepolder in Boskoop te liggen. En ook het Rijneveld, dat tot 1964 altijd Alphens grondgebied was geweest, werd daarmee Boskoops. Hetzelfde gold voor de wegen als Halve Raak, Insteek en Voshol, die kort daarvoor waren aangelegd in het kader van een groot ruilverkavelingsplan. Ook Spoelwijk en Nieuwkoop werden door Reeuwijk afgestaan en kwamen – nadat ze van 1812 tot 1817 dus ook al eventjes Boskoops waren geweest – opnieuw binnen de gemeentegrenzen te liggen. 

1983 en 1991: kleine grenscorrecties

In 1974 had Boskoop nog een poging gedaan om de polder Achterof, ten westen van het Noordeinde te bemachtigen. Dit omdat er plannen waren voor een tweede ‘Snijdelwijk’. De poging mislukte, maar in 1983 en 1991 vonden er alsnog enkele kleine grenswijzigingen plaats. De begraafplaats aan de Roemer, en de hoek tussen Noordeinde en Hoogeveenseweg, met o.a. de sportvelden van AV’47 en Floreant werden pas in 1983 ‘Boskoops’. In 1991 verkreeg Boskoop opnieuw wat stukjes Waddinxveen, Hazerswoude en Reeuwijk. Tegelijk raakte het een klein stukje van de Wijkdijk kwijt aan Reeuwijk.

Epiloog: Hoe Boskoops is Boskoop eigenlijk?

Na al die hapjes uit omliggende plaatsen was Boskoop in 2014 uiteindelijk zelf aan de beurt. Maar het einde als zelfstandige gemeente betekende natuurlijk niet het einde van Boskoop. Dat het 800-jarig bestaan in 2022 zo groots wordt gevierd, zegt wat dat betreft genoeg. En ook nu we 8 jaar verder zijn, zullen weinig Boskopers zich inwoner van Alphen noemen, of zichzelf een echte Alphenaar voelen. Maar aan de andere kant: hoe zou dat over pakweg 150 jaar zijn? Hoor je tegenwoordig ooit nog iemand die zegt uit Middelburg te komen? Iemand die zich in de eerste plaats een Zuidwijker voelt? Die bewoner van Snijdelwijk of Waterrijk, die stug zijn of haar woonplaats met (Noord-)Waddinxveen blijft aanduiden? Ook die plekken waren ooit zelfstandig of behoorden tot een andere gemeente. En ook daar waren maar een paar generaties voor nodig om ze tot 'echte Boskoopse' plekken te maken.

 

(Tekst: Sieger Verhart)

 

Bronnen & verder lezen

  • In Paktijd, het tijdschrift van de Historische Vereniging Boskoop, gaat Cees Bakker in het artikel ‘De ‘eeuwige’ landhonger van Boskoop’ (Paktijd 27, p.4-8) dieper in op de grenscorrecties door de jaren heen, met veel aandacht voor de mislukte gebiedsuitbreidingsplannen tussen 1914 en 1930.
  • Op de website invroegertijd.nl is het mogelijk de gemeentegrenzen van Boskoop én die van de omringende plaatsen in 1867 op detailniveau te bekijken.
  • Ook de website gemeentegeschiedenis.nl geeft informatie over vroegere gemeentegrenzen.