Stad aan het water

Bebouwing van Meent en Maten

In de naoorlogse jaren heerste grote woningnood in ons land, veroorzaakt door de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog en de geboortegolf na de Bevrijding. Om de woningnood te verlichten, besloot Huizen in 1965 tot bebouwing van de Oostermeent: het grasland aan de oostzijde van het Oude Dorp. Als eerste werd begonnen met de bouw van de wijken Zenderwijk, Bovenweg en Stad en Lande – de laatste genoemd naar Erfgooiersvereniging Stad en Lande, van wie de gemeente de grond aangekocht had. De Zenderwijk dankt zijn naam aan het feit dat de wijk gebouwd is op de oude locatie van de PHOHI-zenders.

Bovenop deze plannen werd Huizen in 1967 door het Rijk aangewezen als groeikern, om de woningnood in de regio op te vangen. Hoewel het bouwen al in volle gang was, moesten er ineens een paar duizend extra woningen bij komen. Daarom werden nu ook de wijken Huizermaat, Bovenmaat en Bijvanck (op de grens met Blaricum) in het nieuwe uitbreidingsplan Oostermeent betrokken. In rap tempo werden duizenden woningen uit de grond gestampt en transformeerde Huizen van klein Goois dorp tot stad aan het water. Winkelcentrum Oostermeent werd het hart van de nieuwe wijk. Daarnaast verrezen er verschillende scholen, kerken en buurtcentra.

Ondanks vele tegenslagen is in ruim vijftien jaar tijd het voorgenomen aantal woningen gerealiseerd. Tussen 1 januari 1970 en 31 december 1990 zijn er 10.032 nieuwe woningen gebouwd, terwijl het aantal inwoners van Huizen toenam van zo’n 10.000 inwoners in 1945, naar ruim 20.000 in 1970 en bijna 42.000 in 1990. Op 1 januari 1988 was de taak van groeikern Huizen voltooid. Van een dorp van boeren en vissers was Huizen uitgegroeid tot een moderne woonplaats aan het water, met een nieuwe bevolkingssamenstelling én tijdgeest.