Woeste gronden

In de middeleeuwen woonden er geen mensen in de streek rond Boskoop, wat nu het Groene Hart van Holland is. Het gebied tussen de duinen en Utrecht was een woest landschap, uitgestrekte veenmoerassen begroeid met eiken, elzen en wilgen. ’s Winters steeg het waterpeil door het overstromen van de rivieren. Op die manier ontstond een groot veengebied. De veenlaag groeide tot in de twaalfde eeuw naar een dikte van vijf tot tien meter.

Langs de Rijn, op de kleiwallen en langs de duinen bij onder andere Katwijk, Voorburg en Voorschoten verschenen de eerste nederzettingen. Ook aan de Oude Rijn woonden mensen. De strook aan beide zijden van het water waar de vroegere bewoners van onze streek woonden, was niet erg breed. Niet ver van de rivier begonnen echter nauwelijks toegankelijke, onleefbare moerassen. Er woonde niemand.

Deze veenmoerassen liepen in het noorden liepen door tot het IJ, in het zuiden tot de Hollandse IJssel en de monding van de Maas.

Eb en vloed

De Rijn - oud was hij in die tijd nog niet - stroomde meestal traag door het Hollandse laagland. Meer naar het westen had de Rijn toen een breed mondingsgebied waar de zee diep in doordrong. Tot voorbij Koudekerk was het water brak. De waterstand ging op en neer door eb en vloed. De rivier was honderden meters breed. Parallel aan de hoofdstroom liep een deel van het water door kleinere geulen westwaarts.

Dijken langs de rivier waren er nog nauwelijks. Wanneer er in Midden-Europa, veel regen was gevallen of in de bergen de sneeuw snel smolt, steeg het water. Door het ontbreken van dijken liep een breed gebied langs de rivier gemakkelijk onder water. Overstromingen waren er ook bij hoge waterstanden op de Noordzee, zeker als deze samenvielen met een flinke storm. Als het water weer zakte, bleef zand en slib dat door de stroming was meegevoerd, achter op de oevers. Het slib veranderde na verloop van tijd in een dichte kleibodem. Ook zand dat op de oevers achterbleef, zorgde voor een stevige ondergrond. Door deze afzettingen waren de oevers meestal goed begaanbaar. De vroegmiddeleeuwse bewoners bouwden er boerderijen en hadden er akker- en weilandjes.

Afgestorven plantenresten

Links en rechts van de Rijn strekten zich enorme veenmoerassen uit. Enkele duizenden jaren eerder waren niet ver van de huidige kustlijn de oude duinen ontstaan. Deze schermden het achterland af van de Noordzee. In onze omgeving waren er geen grote overstromingen meer. Daardoor kon zich ongestoord een groot veenmoeras ontwikkelen. Dankzij de natte ondergrond groeiden planten er weelderig. Afgestorven plantenresten hoopten zich op, waardoor een steeds dikkere ondergrond van plantaardige bagger ontstond: een veenbodem. Zo'n veenbodem bestaat alleen maar uit afgestorven plantenresten en water.

Een enorme spons

Het veen werkt als een soort enorme spons die veel regenwater vasthoudt. Langs de oevers liet de rivier bij overstromingen voedzame kleideeltjes achter. Daardoor was hier veel moerasbos en flinke stukken rietland. Verder van de Rijn was de grond veel armer. De bodem bestond daar uitsluitend uit een dik pakket half vergaan veenmos. In de loop van de eeuwen wordt de sponsachtige laag dood veenmos steeds dikker. Dit soort veen wordt hoogveen genoemd. Van west naar oost reikte het veenmoeras van Leiden tot voorbij Utrecht. De hoogste delen lagen waarschijnlijk ergens tussen Hazerswoude-Dorp en Moerkapelle. De naam van de buurtschap Hogeveen is daar op terug te voeren.

Vijf meter onder zeeniveau

Tegenwoordig ligt het land hier bijna vijf meter onder het zeeniveau, doordat het veen daar in de Middeleeuwen grotendeels afgegraven is.

In dit enorme veen ontsprongen tal van kleine riviertjes. Ze voerden het water uit de centraal gelegen hogere delen af naar de meters lager gelegen Rijn. Veel van deze riviertjes zijn door latere ontginningen verdwenen.

 

Dit venster is vrijwel volledig gebaseerd op de Canon van Benthuizen, Hazerswoude en Koudekerk aan den Rijn, dorpskernen die net als Boskoop deel uitmaken van de gemeente Alphen aan den Rijn.

Kees Vertegaal schreef voor deze Canon een venster over ‘Moerassen langs de Rijn’. Met zijn toestemming is hiervan gebruik gemaakt. Waarvoor dank.

Ook is informatie gebruikt uit de artikelen ‘Leven op het land der bokken’, die werden gepubliceerd in de eerste nummer van Paktijd, het blad van de Historische Vereniging Boskoop (HVB).