Boskoop aangesloten op het spoor

Naar alle hemelstreken zullen Boskoops planten gaan; ontsluiting via het spoor

Hypermoderne lightrailtreinen in strak rood/grijze kleuren zoeven over de spoorlijn tussen Alphen en Gouda. Alhoewel, eind 2021 kwam het Dorpsoverleg van Boskoop bijeen om de hoge uitval van treinen aan de kaak te stellen bij de Nederlandse Spoorwegen. Sinds jaar en dag is de spoorlijn onderwerp van gesprek, discussie en een fikse burenruzie tussen Boskoop en Waddinxveen. 70 jaar voordat de eerste trein reed op het traject was er al onvrede.

De trein als opkomend vervoersmiddel

Ver voor de aanleg van het spoor wisten Boskoopse planten hun weg te vinden over het hele land en ver daar buiten. Per schouw, vrachtwagen en per boot over de Gouwe werden de planten vervoerd. Toen eind 19e eeuw de trein haar introductie maakte is geprobeerd Boskoop aan te sluiten op het spoor. De eerste mogelijkheid ontstaat als er een spoorverbinding wordt gepland tussen Rotterdam en Amsterdam. Deze plannen worden echter aangepast. Als in 1873 plannen worden gemaakt om Leiden te verbinden met Woerden gaan er stemmen op om het tracé via Boskoop te laten lopen. Een voorstel om aandelen te kopen in de spoorwegmaatschappij sneuvelt in de gemeenteraad, het wordt als te duur beschouwd.

De aanleg van het traject

Jaren gaan voorbij zonder spooraansluiting. In 1908 heeft de Staats Spoorwegen onderzocht wat de kosten zijn voor een spoorlijn tussen Alphen en Gouda. Voorwaarde voor de aanleg is dat de aan te sluiten gemeenten, de provincie en het Rijk meebetalen. Omdat de provincie en de gemeente Waddinxveen onvoldoende bijdragen trekt Boskoop de portemonnee. Jaren van gesteggel volgen, ook ontstaan er vertragingen door de Eerste Wereldoorlog. In de jaren 20 worden dan de eerste percelen onteigend, maar Waddinxveen stribbelt nog tegen. Een verbinding naar een haven aan de Gouwe is geschrapt en hierop zegt de gemeente alle medewerking op; uiteraard tot grote onvrede van het dorp dat als centrum van de boomkwekerijcultuur gerekend kan worden.

In 1929 begint de aanleg dan echt en vijf jaar noeste arbeid zijn nodig om de enorme hoeveelheid zand aan te brengen voor het dijklichaam. Op 6 oktober 1934 rijdt de eerste trein over het traject. Hoogwaardigheidsbekleders uit de aangesloten gemeenten zijn de eerste passagiers.  

Hoewel men blij was dat de lijn er eindelijk lag was er direct ook kritiek: de spoorwegovergang aan de Zijde was bijvoorbeeld onbewaakt en onbeveiligd. Hoewel de verkeersdrukte en de snelheid van het verkeer niet te vergelijken is met de huidige tijd bleek het toch gevaarlijk, het eerste ongeluk gebeurde al na vier maanden.

Het spoorwegemplacement te Boskoop

De spoorlijn tussen Gouda en Boskoop was met name bedoeld voor goederentransport. Het emplacement in Boskoop bestond uit maar liefst vijf sporen zodat er voldoende ruimte was voor de overslag van bomen en planten. Om ook de kwekers aan de oostzijde van Boskoop te laten profiteren van de enorme mogelijkheden die railvervoer betekende, kwam er aan de Otweg een lijntje en een overslaglocatie: de huidige jachthaven bood toen de mogelijkheid om planten direct vanuit de schouw te laden in goederenwagons.

Het belang van het goederenvervoer is ook te zien aan het stationsgebouw bij station Boskoop. De oude goederenloods van waaruit goederen direct in treinen konden worden beladen is nog aanwezig. De ontsluiting per spoor, of beter gezegd de aansluiting op het spoor leverde zo veel mogelijkheden op dat er een exploitatieruimte werd ingericht, tentoonstellingsgebouw Flora. Betaald door de Nederlandse Spoorwegen om het vervoer per spoor verder te stimuleren.

De oplettende kijker zal zelfs vandaag nog herkennen dat de verwachtingen van de lijn hooggespannen waren; het zandbed dat onder de rails ligt is breed genoeg voor dubbelspoor; ook diverse oude bruggen zijn breed genoeg uitgevoerd voor de aanleg van het tweede spoor.

Het noodlijdende boemellijntje

Als in de jaren vijftig van de vorige eeuw de lijn “onder de draad” moet komen wordt er een flinke bijdrage verwacht van de provincie en de gemeenten. De elektrificatie is nodig om ook de nieuwe treinstellen te laten rijden. De afnemende vraag naar goederenvervoer per spoor leidt tot discussies over het voortbestaan van het boemellijntje. Het groeiende Waddinxveen schiet in de jaren 60 financieel te hulp waardoor het lijntje toch in bedrijf blijft.

Hoewel er toen nauwelijks bomen en planten meer vervoerd werden waren er wel andere bedrijven die de spoorlijn gebruikten. De houthandel die in Waddinxveen naast het station lag bijvoorbeeld en ook nu rijden er dagelijks nog goederentreinen over het traject.

Rond de eeuwwisseling ontstaat het plan om de treindienst op het traject uit te breiden met een lightrailvoertuig die nabij Leiden van het bestaande spoor afwijkt en via de binnenstad naar Katwijk en Noordwijk rijdt: de Rijngouwelijn. Na jaren van testen met de speciale voertuigen, inclusief de verwachte vertraging en uitval van treinen gaat er in 2012 een streep door het plan. De vertrouwde geel/blauwe NS treinen keren terug.

Hoewel de plannen van de RijnGouwelijn niet door gaan is met de concessie aan R-Net toch sprake van een hoogwaardige verbinding in de Randstad. Van opheffen van de lijn is geen sprake meer: de treinen rijden in een kwartiersdienst en er zijn zelfs nieuwe stations toegevoegd om de groeiende stroom reizigers het hoofd te bieden. Sinds 2017 heeft Boskoop een tweede halte aan de spoorlijn: station Boskoop Snijdelwijk. Het zal de reizigers die hier dagelijks opstappen niet verbazen dat dit station in 2020 is uitgeroepen tot het beste station in de categorie “kleine stations”.

(Tekst: Mark Boon)