1466: de eerste rekening voor vruchtbomen

Wanneer werden de Boskopers echte boomkwekers en gingen zij handelen in bomen en planten? Dat is niet precies te zeggen. Bij de grote brand van 1753 is veel archiefmateriaal verloren gegaan. Dankzij het archief van de abdij van Rijnsburg weten we zeker dat  de schout van Boskoop, Jan die Backer, in 1466 betaling ontving voor de levering van vruchtbomen. Op 10 november om precies te zijn. Het is de eerste officiële betaling die te traceren valt.

De Boskoopse boomkweker-exporteur Aart Vuyk sr publiceerde in april 1966 het boek ‘Boskoop vijf eeuwen boomkwekerij’. Het boek, uitgegeven door Plant Propaganda Holland (PPH) groeide uit tot het standaardwerk over de geschiedenis van Boskoop en de boomkwekerij. In het archief van de abdij van Rijnsburg, eeuwenlang bezitter van Boskoop, trof hij onder veel meer de bewuste rekening uit 1466 aan. In het boek concludeert Vuyk dan ook: ,,Deze post, met de verdere historische gegevens, rechtvaardigt ten volle de titel van het boek dat voor u ligt”.

Op de kleurige stofomslag van ‘Boskoop vijf eeuwen boomkwekerij’ staat een tekening. Daarop ontvangt de Boskoopse schout Jan die Backer van de rentmeester van Rijnsburg, Heer Adriaen van der Does, betaling voor de levering van vruchtbomen. Op de achtergrond, in de kloosterpoort, kijkt de abdis, de Edele Vrouwe Elisabeth van Matthenesse, toe.

Schout èn bakker

Jan de Backer staat niet op de tekening. Betalingen van de abdij verliepen via de schout. Jan die Backer kwam meerdere keren per jaar op de abdij om belastingzaken te behandelen met de rentmeester of voor andere zaken. Het ambt van schout, dat hij van de abdis toegewezen had gekregen, was overigens geen dagtaak. Het huis van Jan die Backer stond aan de Gouwe, bij de brug, zo heeft Vuyk weten te traceren.

Bezoek van de abdis

In Boskoop waren er, voor zover bekend, in die tijd nog geen lieden die hun brood verdienden met de teelt van en handel in bomen en planten. Wel waren er boeren die bomen kweekten voor schaduw, heggen of als bescherming tegen de wind. En deze waren uiteraard ook te koop. Zeker is dat de abdis, die Boskoop met enige regelmaat bezocht, op zeker moment vruchtbomen en andere planten in Boskoop kocht voor de grote boomgaarden van de abdij.

Zeker is ook dat dit op 10 november 1466 resulteerde in een rekening voor 10 peren- en appelbomen, voldaan via de schout. Onduidelijk is dus wie de bomen leverde. Overigens is het mogelijk dat de bewuste rekening nog meer transacties met Boskoopse kwekers bevat. Bij zeven posten is geen plaatsnaam aangegeven.

Aanmoediging voor ‘de meest intelligente boeren’

Vuyk concludeert dat de prijzen voor bomen relatief hoog waren in vergelijking met andere landbouwproducten. ,,En dus de boomkwekerij bijzonder lonend. Het is te begrijpen dat deze prijzen enige van de meest intelligente boeren aanmoedigden zich op de boomteelt voor de verkoop te gaan toeleggen”, aldus de schrijvende kweker.