Van Liethorpe naar Leiderdorp

Lintdorp langs de Rijn

Na het verdwijnen van de vroegmiddeleeuwse nederzetting Leithon duurt het tot 944 voor er in de geschreven geschiedenis iets te vinden is over bewoning van dit gebied. De landbouwnederzetting staat dan bekend als Liethorpe of Leithorpe. In de twaalfde eeuw komt het gebied terug als Leitherdorpe. Deze naam wordt sindsdien, in verschillende spellingen, gebruikt. Vanaf 1300 groeit de nederzetting van losse en wijdverspreide boerderijen naar een lintdorp langs de Rijn, omringd door polders. Leiderdorp zal lang zo'n lintdorp blijven.

Weinig is bekend over de nederzetting langs de oude Rijn met de naam Liethorpe. Deze oude naam van Leiderdorp wordt genoemd in een brief uit 944. Ook in de annalen van de Abdij van Egmond wordt in de 10e eeuw een schenking van grasland vermeld met de naam Leithorpe. In een optekening gedateerd tussen 1130 en 1157 wordt voor het eerst de naam Leitherdorpe gebruikt. Deze nederzetting in het Rijnland heeft ongetwijfeld toebehoord aan de Graaf van Holland.

Vanaf 1300 groeide Leiderdorp uit tot een lintdorp langs de Oude Rijn, omringd door polders. De vorm werd bepaald door de loop van de Rijn.
Op de hoger gelegen oeverwallen ontstond een lint van bebouwing. Smalle dijkjes en kaden langs waterlopen en polders vormden belangrijke wegen. Aan de lage zijde van de Rijn was er één echte begaanbare weg die liep vanaf de Zijlpoort in Leiden via de Spanjaardsbrug en het Zijlkwartier naar de bebouwing rond de Dorpskerk om daarna via het Doeskwartier en de Doesbrug en de boeren bebouwing rond Achthoven naar Koudekerk. Dit zijn nu de Lage Rijndijk, de Van der Valk Boumanweg, Ockenrode, Hoofdstraat en de Achthovenerweg
Vanaf deze doorgaande weg liepen doodlopende laantjes naar de vele buitenplaatsen.