De Waal

Ingedamd en uitgebaggerd

Oostendam en Heerjansdam danken hun naam en bestaan aan de afdamming van de Waal aldaar in opdracht van graaf Willem III. Dit was in de eerste helft van de veertiende eeuw. Er ontstond zo een stuk van om en nabij acht kilometer binnenwater, dat nog steeds de Zwijndrechtse Waard scheidt van het eiland van IJsselmonde.

 

De Waal liep ooit door een schitterend landschap van fraaie lintbebouwing, rietkragen en boerderijen. 's Winters vroor hij nog weleens dicht, waardoor je er uitzonderlijk mooie schaats- en arrensleetochten kon maken. Het was een feest wanneer de driedorpentocht (van Heerjansdam via Rijsoord naar Hendrik-Ido-Ambacht) weer eens geschaatst kon worden. Eeuwenlang werd er beroepsmatig gevist op de Waal, met name op paling. Dat moest dan wel op een in een vergunning aangewezen plek gebeuren. Wie zich daar niet aan hield, kon rekenen op ruzie en een aangifte; men hield hier het mijn en dijn nauwgezet in de gaten.

De Waal was en bleef al die eeuwen een binnenwater met weinig stroming, dat ook al die tijd dienstdeed als drinkwater. Water waarin u en ik ons rioolwater, de boerderijen hun gier en industrieën hun afval straffeloos konden lozen. Ook de vlasindustrie droeg destijds haar steentje bij in dat opzicht. Een afgetrapte fiets? Geen probleem: de plomp in. Niets bijzonders in een Nederland van nog niet eens zo heel lang geleden.

Keerpunt 1
In de jaren zeventig van de vorige eeuw groeide het besef dat vervuilde rivieren en wateren een steeds grotere bedreiging gingen vormen voor ecosystemen en de volksgezondheid. De Waal was hierop geen uitzondering: het was inmiddels een vieze en ondiepe blubberstroom, waarin soms massale vissterfte waar te nemen was na wederom een lozing van het een of andere giftige goedje.

Men besloot om de zaak eens grondig aan te pakken en rond 1980 werd de Waal schoon gebaggerd. Omdat er tegelijk ook zand voor de bouw gewonnen werd, werd hij meteen een heel stuk dieper. Lozingen werden beter onder controle gehouden en er ontstond warempel een uitermate aantrekkelijk gebied waarin ook ruimte kwam voor recreatie; er kon voortaan relatief veilig gezwommen worden en van massale vissterfte was geen sprake meer.

Het landschap om de Waal veranderde inmiddels wel in hoog tempo. De grond aan de oevers werd opgekocht en bebouwd met huizen en zelfs hele woonwijken. Het oorspronkelijk landelijke karakter met z'n rietkragen en eindeloze vergezichten verdween met rasse schreden door nieuwbouw op de oevers en daarachter veel (industriële) horizonvervuiling.

Keerpunt 2
In 2012 kwam uit onderzoek naar voren dat de Waal inmiddels bepaald niet zo schoon meer was: er werden zware metalen en ander onwelgevallige stoffen in aangetroffen. En alhoewel de volksgezondheid niet direct in gevaar leek te komen, werd men hierdoor wel wakker geschud. Nu ging het niet alleen meer om de kwaliteit van het water, maar ook om het behoud van het oorspronkelijke karakter van de stroom en om de recreatieve en historische waarde van de Waal.

Termen als ‘vanzelfsprekende identiteit’ en ‘plekeigen karakter’ maakten hun opmars. De opzet werd meer gebiedsgericht. Uitzicht werd belangrijk. Het behoud van rietoevers en krabbescheer (een waterplantje dat alleen in schoon water groeit) kwam op de agenda. Natuurontwikkeling kwam op gang. Er werden zogenaamde ‘sleutelplekken’ langs de Waal aangewezen, waarbij langs de rivier gelegen kenmerkende plekken en gebouwen op de kaart werden uitgelicht. Er zijn (natuur)wandelingen uitgezet.

Er is natuurlijk het schitterende gezicht op Dordrecht wanneer je in Zwijndrecht op het Veerplein staat. Maar de Waal is inmiddels ontwikkeld tot een min of meer aaneengesloten, bijzonder aantrekkelijk natuurgebied en verdient zonder enige twijfel meer dan ooit de benaming van 'parel in het landschap' van de Zwijndrechtse Waard.