Zwart Nazareth

De sombere, maar terechte bijnaam van Schiedam

Zwart Nazareth was de bijnaam die Schiedam kreeg in de negentiende eeuw. De stad zag letterlijk zwart als gevolg van de roetwalmen die de vele branderijen en de glasblazerijen uitstootten. Het sloeg neer op de gevels en op wasgoed, ook het water in de open riolen was zwart. Piet Paaltjens beschreef Schiedam als volgt:

 Een onafboenbare roetkorst kleeft

(Dat ’s waar) er aan iederen gevel,

En over havens en straten hangt

Er een eeuwige steenkolennevel. 

 Bordewijk gaf in zijn novelle Verbrande Erven, die in Schiedam speelt, de volgende karakterisering: ‘Des zomers lag zij te midden van het sappigst Hollands weidelandschap te braken als een zwarte vulkaan.’

 De situatie was het ernstigst in de Brandersbuurt, in het noorden van Schiedam. Daar woonden de brandersknechten met hun gezinnen in bedompte krotten direct onder de walm van de daar geconcentreerde branderijen.

Maar waarom Nazareth? Er zijn verschillende mogelijke verklaringen hiervoor. Nazareth als metafoor voor een nederig stadje. Mensen hebben ook gewezen op de Bijbelse tekst van Johannes 1:47 : ‘En Nathael zeide tot hem: Kan uit Nazareth iets goed komen?'. Een andere mogelijkheid is dat wordt gedoeld op het Belgische plaatsje Nazareth. Daar werden aan het einde van de negentiende eeuw ruim 22 branderijen opgericht. De onervaren branders gingen voor advies naar Schiedam, Zwart Nazareth.

 Hoe dan ook hield de bijnaam stand. In de moderne tijd werd zij nog eens vereeuwigd door de Amazing Stroopwafels met hun liedje Zwart Nazareth:

 

Hij ziet aan 't einde van de lange dijk
Een stad waar korenmolens staan
Een lokkend vergezicht voor reizigers
'T Is nog een goed kwartier te gaan
Maar dichterbij - 't is onbestemd
Een vreemde geur die hem beklemt
'Achter de Teerstoof', "Verbrande Erven'
Daar woont het grauw
Jan-met-de-Pet
Open riolen waar zelfs de ratten sterven
Welkom in Zwart Nazareth
Tussen de huizen aan de smalle gracht
Hangt kolendamp en afvalstank
Hij loopt behoedzaam donkere stegen in
En alles ademt sterke drank
De branderijen braken vuur
Wat doet hij op dit late uur
'Achter de Teerstoof', "Verbrande Erven'
Daar woont het grauw
Jan-met-de-Pet
Open riolen waar zelfs de ratten sterven
Groeten uit Zwart Nazareth
En vuile kinderen drommen om hem heen
In sloppen heerst de difterie
Hij komt op goed geluk het doolhof uit
Voor de hervormde pastorie
Een vrouw vraagt: "Viel de reis u mee
U bent de nieuwe dominee!"
'Achter de Teerstoof', "Verbrande Erven'
Daar woont het grauw
Jan-met-de-Pet
Open riolen waar zelfs de ratten sterven
Groeten uit Zwart Nazareth
Schiedam, Zwart Nazareth