Kijfhoek

Een altijd klein gebleven buurtschap

Het ambacht Kijfhoek bestond al voor 1318, toen de Zwijndrechtse Waard is overstroomd. Het in 1685 uitgegeven Batavia Illustrata maakt melding van het jaar 1256, waarin Floris van Cuyl ambachtsheer van Kijfhouck is. Kijfhoek zou al ver voor de eerste bedijking van de Zwijndrechtse Waard terpbewoning hebben gehad.

De naam Kijfhoek
Voor de herkomst van de naam Kijfhoek wordt verwezen naar de vroegere bochtige loop van de Devel, die ‘gekijf’ tussen de elkaar passerende schepelingen zou hebben veroorzaakt. De oorsprong van de naam staat echter niet geheel buiten kijf.

Het klooster
In 1377 stichtte de Dordtenaar Reinoud Johan Minnebodeszoon een augustijnenklooster genaamd ‘Eemstein’ bij Eemkercke, een kerkdorp en ambacht in de Groote Waard. Na de Sint-Elisabethsvloed van 1421 werd het dorp onbewoonbaar. Het lag namelijk in de tegenwoordige Brabantse Biesbosch, in de omgeving van het Steurgat en de Nerzienweg in Werkendam. In 1435 werd klooster Eemstein opnieuw gesticht, nu in het ambacht Kijfhoek. Het heeft bestaan tot aan de Reformatie.

In 1572 werd het klooster door watergeuzen onder leiding van Dirk Wor in brand gestoken. Kijfhoek bestond toen uit slechts acht woningen, een kapel of kerkje en het klooster Eemstein. Van het klooster is niets bewaard gebleven.

De kerk van Kijfhoek
Het monumentale kerkje van Kijfhoek is omstreeks 1368 na de bedijking gebouwd op een stroomrug of rivierduin aan het riviertje de Devel. Voordien zou er al een kapelletje hebben gestaan. De datering van het kerkje wordt afgeleid uit het metselwerk en de gebruikte bakstenen. De monniken van het klooster hebben vermoedelijk rond 1500 de kapel vergroot. Dit jaartal wordt afgeleid uit een steen in de noordgevel van het schip met het opschrift: M A D D (M=1000, A=Anno, D=Domini, D=500).

De preekstoel dateert uit de zeventiende eeuw. De kerkklok is in 1612 gegoten in Geertruidenberg door Evert Vos, aldus de inscriptie. De kerk moet een streekfunctie hebben gehad, want de woongemeenschap was klein en is altijd klein gebleven. Mogelijk werd ze ook bezocht door op de Devel passerende schepelingen.

Toen Kijfhoek in 1857 opging in de gemeente Groote Lindt, telde het slechts tien woningen en boerderijen met in totaal 85 bewoners. In 1881 ging Groote Lindt op zijn beurt op in de gemeente Zwijndrecht.

Kijfhoekse dijkwerkers in Friesland
In 1505 werd ten noorden van Leeuwarden de Oudebildtdijk aangelegd, die het noordwestelijke deel van Friesland beschermt tegen de Waddenzee. Aan de tegenwoordige Middelweg, ten zuiden van de  Oudebildtdijk, zijn drie dorpjes gebouwd waarvan het meest oostelijke oorspronkelijk ‘Kijfhoek’ heette. Men veronderstelt dat zowel de Oudebildtdijk als deze dorpjes werden gebouwd met behulp van arbeiders uit het in de Zwijndrechtse Waard gelegen Kijfhoek. Ook is er een veronderstelling dat dit arbeiders uit Werkendam in Noord-Brabant waren, waar zich een polder met de naam Kijfhoek bevindt. Voor beide veronderstellingen is geen bron te vinden. Het dorp werd al snel omgedoopt tot het tegenwoordige Vrouwenparochie.

Het rangeerterrein
Tegenwoordig is Kijfhoek vooral bekend vanwege het grootste Nederlandse spoorwegemplacement. Het in de periode 1975-1980 tussen Barendrecht en Zwijndrecht aangelegde rangeerterrein is vijftig hectare groot. Het is tevens het beginpunt van de ruim acht kilometer lange Sophiaspoortunnel, die onderdeel is van de Betuweroute. De tunnel kruist het reizigersspoor Rotterdam-Dordrecht en passeert de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Alblasserdam, waarna het spoor in de gemeente Molenlanden weer boven de grond komt en grotendeels langs de A15 de route naar Duitsland vervolgt.