Een nieuwe kerk

Het is een warme zondag in 1836. Arie en Cor kijken elkaar boos aan. Arie zegt: ‘Als jij geen zin hebt om mee te gaan, dan ga ik alleen.’ ‘Nou’, zegt Cor, ‘vooruit dan maar, ik loop wel met je mee.’ De jongens zien allemaal wagens met paarden het dorp in rijden. ‘Ken jij die mensen?’ ’vraagt Cor. ‘Komen die allemaal luisteren naar die beroemde dominee Scholte waar iedereen over praat?’ ‘Natuurlijk’, zegt Arie, ‘Mijn vader zegt dat er wel 600 mensen komen.’ De jongens lopen mee tot ze bij een boerderij komen: het Hoefhuis in Genderen. Het is er al erg druk. Iedereen kijkt naar de boerderij. Aan de voorkant is een grote stellage van hout opgebouwd. Ja, nu zien de jongens de dominee in zijn zwarte pak. Cor zegt: ‘Wat gek dat die dominee niet in de kerk spreekt.’ ‘Dat weet je toch wel’, antwoordt Arie. ‘Dat mag hij al twee jaar niet meer. De bestuurders van de Hervormde Kerk zeggen: ‘In de kerk zijn regels. Daar moet je je aan houden. Anders wordt het een puinhoop.’ En dat doet die dominee Scholte niet. Zal ik eens een voorbeeld geven? De dominee moet nu in elke dienst een gezang laten zingen. Dat zijn nieuwe, moderne liederen. Wij zingen meestal psalmen in de kerk. De psalmen, die staan in de Bijbel. Maar gezangen, dat is iets nieuws. Mijn vader zegt: Die gezangen deugen niet. Dominee Scholte heeft gelijk. Mijn vader vindt die dominee geweldig. Hij noemt hem een Gods wonder.’ Cor haalt zijn schouders op. ‘Nou, mijn vader vindt het maar onzin. Hij noemt hem een onruststoker.’

Het is stil als de dominee spreekt, maar ineens is er geroep. Er wordt geduwd. Arie ziet een deftige meneer aankomen. Hij heeft een hoge hoed op. Het is de burgemeester met twee marechaussees, dat zijn politiemensen uit het leger. Ze hebben een sabel in hun hand, een soort zwaard. Burgemeester Boll roept naar de dominee: ‘Ik beveel u om de mensen naar huis te sturen. U mag niet preken voor meer dan 20 mensen. Dat is verboden volgens de wet.’ Maar dominee Scholte gaat niet van de stellage af. Hij antwoordt: ‘Meneer de  burgemeester, ik doe niets wat verboden is. Als er wat verkeerd gaat, dan neem ik de schuld op me. Wilt u hier blijven en willen de marechaussees mij helpen om de orde en rust te bewaren?’ De burgemeester is even verbaasd, maar besluit dan te blijven. Hij wil niet dat er  gewonden vallen. Terwijl de dominee spreekt, wandelt de burgemeester heen en weer. Hij vindt die dienst maar niks. Na een poosje gaan de jongens naar huis. Zo’n preek is toch wel ingewikkeld. 

Het is vier dagen later. Arie gaat naar school. Hij ziet ineens soldaten het dorp in marcheren. Het zijn er 36, met een officier die bevelen geeft. Als Arie na schooltijd thuiskomt, zijn er twee soldaten in huis. Ze eten mee en slapen op zolder, waar ook Arie met zijn broer en zus slapen. Arie vindt dat niet leuk. Hij vraagt aan één van de soldaten: ‘Hoe lang blijven jullie?’ Die lacht en zegt: ‘Dat weet ik niet. Als die dominee van jullie doorgaat met onrust stoken, blijven we hier.’ Arie slaapt die nacht slecht, want de twee vreemde snuiters snurken allebei heel hard. Gelukkig hoeven de soldaten nog niet in actie te komen.

Een poosje later wel. Dan stormen er bij een geheime kerkdienst in Almkerk  acht marechaussees uit Woudrichem een huis binnen. Ze pakken hun sabel en slaan er op los. In Waardhuizen krijgen mensen die een kerkdienst organiseren een boete. Soms moeten ze wel 50 gulden of meer betalen. Dat is een enorm bedrag voor de meeste mensen. Als arbeider verdienen ze maar 30 cent per dag. Als je de boete niet kunt betalen, ga je de gevangenis in. Dat overkomt Marinus van der Giessen uit Waardhuizen. Marinus wordt opgesloten in Den Bosch en sterft in de gevangenis. Hij is pas 37 jaar oud. 

In 1834 sticht dominee Scholte een nieuwe kerk. Hij mag niet meer preken in de Hervormde Kerk en daarom moest hij die verlaten. Dat noem je ook wel ‘afscheiden’. Veel mensen uit Genderen en andere dorpen worden lid van de ‘afgescheiden’ kerk. Na een poosje vertrekt de dominee naar Amsterdam. Ook op andere plaatsen komen afgescheiden kerken. In 1847 emigreert dominee Scholte naar de Verenigde Staten van Amerika. Want je mag in Nederland niet geloven wat je zelf wilt, zegt hij. Achthonderd mensen gaan met hem mee. Er zijn ook arme boeren bij. Die hopen het beter te krijgen in Amerika. De afgescheiden kerken in Nederland blijven bestaan. Ze worden later Gereformeerde Kerken genoemd. Nog niet zo lang geleden, in 2004, hebben de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerk elkaar weer gevonden. Ze vormen nu samen met andere kerken de Protestantse Kerk van Nederland.