De oprichting van de SDAP

De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische Nederlandse politieke partij die van 1894 tot 1946 bestond. De partij ontstond uit een scheuring binnen de Sociaal-Democratische Bond en ging uiteindelijk op in de Partij van de Arbeid. dat heeft te maken met de Nederlandse Parlementaire Democratie en rechtstaat.

De SDAP ( Sociaal Democratische Arbeids Partij) werd op 26 augustus 1894 opgericht in Zwolle door leden van de Sociaal-Democratische Bond (SDB). de SDB was van Domela Nieuwenhuis. Tot de Oprichters behoorden ook  Pieter Jelles Troelstra, Jan Schaper en Willem Vliegen. In 1897 veroverden de sociaaldemocraten voor het eerst sinds de oprichting twee zetels in de Tweede Kamer. Sinds die twee zetels moesten ze van Parlementaire werk een belangrijke taak maken. Ook sloot de partij zich aan bij de Tweede Internationale ( internationale socialistische partij),  waarin de winning van delfstoffen aan de staat toebehoorden. Rond 1910/1937 Streed de Sociale Democratische arbeidspartij voor Algemeen kiesrecht en sociale wetten zoals bijvoorbeeld het staatspensioen. De invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 werd de SDAP bekend en kreeg grote zetelwinst. In de jaren dertig ontstond een samenwerking tussen de SDAP en anderen partijen doordat SDAP het streven naar een gehele ontwapening opgaf. In 1940 werd de SDAP en de krant van de partij ''het volk'' verboden. na de oorlog werd de krant Het Volk  voortgezet als dagblad Het Vrije Volk. In 1946 ontstond de Partij van de Arbeid(PDVA) uit een fusie van de SDAP, de Vrijzinnig Democratische Bond en de Christelijk-Democratische Unie.