Leerplicht

De leerplicht draagt bij aan de Parlementaire Democratie doordat kinderen naar school moeten om te leren lezen en schrijven, worden ze voorbereid op een betere toekomst. zo werkten er ook geen kinderen tot 12 jaar meer in fabrieken

13 jaar na het maken van Het kinderwetje van Van Houten is het zover de leerplicht. In 1900 werd de eerste leerplichtwet aangenomen met 50 stemmen voor en 49 tegen. waardoor op 1 Januari 1901 werd de wet in werking gezet. Toen moesten alle kinderen van 6 tot 12 jaar verplicht naar school toe. De leerplichtwet van 1900 had een paar aanpassingen zoals het huisonderwijs (onderwijs dat vooral bij adellijke families voorkwam) zolang wel een geldige vorm van onderwijs werd gegeven door een geleerde onderwijzer. Had dat huisonderwijs er niet in gestaan, dan zouden er veel meer Kamerleden tegen hebben gestemd. ook mochten dochters van gezinnen thuis blijven om voor het gezin te zorgen en boerenkinderen mochten in de oogsttijd helpen met oogsten. In 1928 werd de leerplicht verlengd van 6 naar 7 jaar en in 1942 naar 8 jaar.  In 1969 werd een nieuwe leerplichtwet ingevoerd, vanaf dat moment heet de wet Leerplichtwet 1969. De leerplichtperiode werd verlengd naar 9 jaar. Verder werd bij wet een toezichthouder aangesteld (de leerplichtambtenaar), die moest zorgen en controleren of wel ieder kind zich hield aan de leerplicht. Ook Huisonderwijs als mogelijkheid om de leerplicht te vervullen werd afgeschaft in 1969. de uiteindelijke leerplicht zoals wij hem kennen bestaat uit de leerplicht van 1969 met aanvullende veranderingen. In de leerplichtwet is vastgelegd dat ouders ervoor moeten zorgen dat hun kinderen bij een school staan ingeschreven en dat zij de school bezoeken. Vanaf 12 jaar zijn leerplichtige jongeren zelf ook verantwoordelijk voor het aanwezig zijn bij de school waar zij staan ingeschreven.