Gelderse universiteiten

Wageningen en Nijmegen worden universiteitssteden

Zowel Wageningen als Nijmegen moesten zich moeite getroosten om hun academie in de wacht te slepen. Beide academies waren aanvankelijk bescheiden van omvang.

In 1911 bestond er een groeiende behoefte in Nederland en de koloniën aan wetenschappelijk gevormde landbouwkundigen. In Wageningen stond sinds 1876 de enige Rijkslandbouwschool van het land. Daar was de noodzakelijke wisselwerking tussen landbouwtheorie en -praktijk vanouds gegarandeerd, aldus het argument in de strijd met Utrecht. Wageningen wist het landbouwonderwijs te behouden; op 9 maart 1918 opende de Landbouwhogeschool haar deuren. Nijmegen was in de jaren voor 1923 verwikkeld in een 'stedenstrijd' met Maastricht, Tilburg en 's Hertogen- bosch, met als inzet de vestiging van een Roomsch Katholieke Universiteit. Nijmegen streek met de eer omdat de stad slim en vasthoudend opereerde. Beide academies waren aanvankelijk bescheiden van omvang. De inmiddels sterk uitgebreide universiteiten die recent hun namen veranderden in Radboud Universiteit (2004) en Wageningen University (2009) droegen belangrijk bij aan de naamsbekendheid van Nijmegen en Wageningen tot ver over de grenzen.