Nederland was in de tijd van de Spaanse overheersing rooms-katholiek. Daarna was het protestantse geloof in opkomst. Dit kwam door het ontstaan van de Republiek der Nederlanden(1588). Tijdens en na de Tachtigjarige Oorlog moesten veel Nederlanders niks meer hebben van het rooms-katholieke geloof, omdat de Spanjaarden dat geloof ook hadden. Maar sommige delen van Nederland bleven katholiek. Aanhangers van het protestantisme vonden dat iedere Nederlander het protestantse geloof moest aannemen. De poging om dat voor elkaar te krijgen wordt de reformatie genoemd. Op Schokland lukte de reformatie niet helemaal, want veel Schokkers bleven trouw aan de rooms-katholieke kerk. Urk werd wel protestants. De Urkers waren aangesloten bij de Nederlandse Hervormde Kerk, de enige officiële kerk. Daar kwam begin negentiende eeuw, dus na 1800, opeens een einde aan. Hendrick de Cock (1801-1842) was dominee van de hervormde kerk. Maar hij vond dat Willem I van Nederland, de koning, zich te veel bemoeide met wat er in de kerk gebeurde. De Cock richtte een eigen kerk op; de Afgescheidenen. In die kerk had de koning niets te zeggen. Op Urk kreeg dominee De Cock veel aanhang van de bevolking.
Foto: Het "Kerkje aan de zee" op Urk van de toenmalige Nederduitsch Gereformeerde Kerk werd op 17 december 1787 in gebruik genomen. (Foto: Henk Pruntel, Lelystad)