Het water kwam
Tijdens een storm op 4 februari 1825 kwam het water zo hoog dat de dijken braken. Het Noordwesten van Overijssel overstroomde. In Rouveen stond het water bij de kerk ruim een meter boven straatniveau. In de lager gelegen stegen en woningen stond het water tot wel 2 meter hoog.
Zolders, hooibergen en bomen
Veel mensen werden door het water verrast. In paniek zochten ze een veilige plek op zolders, hooibergen, daken of in bomen. Nat, koud en hongerig moesten de mensen op hulp wachten. In Staphorst en Rouveen was maar één zomp [boot] te vinden om mensen te redden. Gelukkig kwamen schippers uit andere plaatsen de mensen met hun boot te hulp.
Alles kwijt
In de gemeente Staphorst verdronken 21 mensen. De mensen die de ramp overleefden waren alles kwijt. Een deel van hun vee was verdronken, huizen waren beschadigd en het voedsel bedorven.
Niet weer
Om te voorkomen dat de dijken weer zouden breken, werd het Waterschap opgericht. Eén van de taken van Waterschap was de dijken onderhouden. Het Waterschap bestaat nu nog steeds en zorgt nog altijd voor veilige dijken.