Vestingdriehoek

Gorinchem, Woudrichem en Loevestein

De vestingstad Gorinchem was in 1672 de grootste en modernste vesting van Holland. Men merkte zelfs op dat het de vesting aan ‘weynigh meer compt te mancqueren’, een zeldzaamheid in de Oude Hollandse Waterlinie. Samen met de vesting Woudrichem en het fort Loevestein vormde Gorinchem een ‘vestingdriehoek’ rond de samenvloeiing van de Waal en Maas.

Veldmaarschalk Wirtz

Vanuit Gorinchem voerde veldmaarschalk Paulus Wirtz het bevel over het zuiden van de Oude Hollandse Waterlinie. Wirtz was een ervaren 59-jarige militair uit Husum in het huidige Sleeswijk-Holstein, maar het kostte het hem veel moeite om de polders ten oosten van de stad onder water te zetten. Hij gaf toe dat hij zelf ‘geene genoechsame kennisse van ’t landt hebbe gehadt’. Maar toen de Fransen eind juni vanuit het bezette Zaltbommel de vestingen Gorinchem en Woudrichem opeisten maakte Wirtz hen duidelijk dat hij hen met kanonnen zou begroeten.

Spionnen in de stad

In augustus deden de Fransen een poging om Gorinchem te bereiken, maar Wirtz was geïnformeerd over dit plan en stuurde de Fransen ruim 700 soldaten en enkele kanonnen tegemoet. De Fransen deden twee pogingen om deze Nederlandse troepen te verjagen, maar moesten zich terugtrekken naar Utrecht zonder in de buurt van Gorinchem te zijn gekomen. Een tweede aanval op Gorinchem is er niet gekomen. Wel huurden de Fransen lokale spionnen in om de toegangswegen en grachten in kaart te brengen; enkele daarvan werden betrapt en in Gorinchem geëxecuteerd.