Sabotage bij Gorinchem

Boerenverzet in de waarden

Holland besloot de Oude Hollandse Waterlinie in te zetten toen het Nederlandse leger nog op zijn posities aan de Gelderse IJssel lag. Zonder militaire steun was het voor de commissies van Holland lastig om polders onder water te zetten. Boeren en dorpsbewoners in de polders bezetten of saboteerden de sluizen en hielden de polders droog.

Boerenverzet

Het verzet tegen de Oude Hollandse Waterlinie was zeer succesvol in de Vijfheerenlanden en Tielerwaard. Ruim een week nadat het leger de boeren had verjaagd uit de omgeving van Gorinchem, en de sluizen onder controle had gekregen, stond er nog nauwelijks water in de polders. Veldmaarschalk Wirtz dacht dat dit kwam door de lage waterstand in de Lek, Linge en Waal. Hij veranderde enkele dagen later van mening, en stelde dat ‘de rechte wege niet syn gebruyckt’. Hierdoor kwamen de inundaties langzaam tot stand.

Plan B

Doordat er tussen de Lek en Waal nog dagenlang geen waterlinie tot stand kwam besloot Wirtz toestemming te vragen om de Alblasserwaard onder water te zetten. Niet met sluizen, maar door dijken af te graven. Maar ook dit had weinig effect. Twee weken later klaagde Wirtz over de ‘groote bedriechelyckheyt’ van de bewoners van de streek, die een manier hadden gevonden om het water ’s nachts weer weg te malen. Een oplossing kwam bij toeval door een zware westenwind, waardoor het water in de rivieren werd opgestuwd en in grote hoeveelheden de polders in stroomde.