Vijandelijkheden op afstand

Tussen 1580 en 1590 had Hattem een moeilijke periode. Terwijl Hattem in 1575 definitief voor de opstandelingen had gekozen, kwamen Zutphen (1572) en Deventer (1587) in handen van de Spanjaarden. Daardoor stond de Oost-Veluwe bloot aan strooptochten van Spaanse huurlegers. Ook Hattem ondervond de gevolgen daarvan. Vele plattelanders vluchtten naar de ommuurde stad. De vijanden legden de Spaanse Schans aan in wat nu het landgoed Molecaten is.

Dijkpoort

In 1587 vielen de Spaanse troepen de Dijkpoort aan, en een jaar later de Hoenwaardse poort. Die pogingen om Hattem met geweld binnen te komen mislukten. Het waren benauwde tijden. Na de zomer van 1589 leken de vijandelijkheden in de onmiddellijke omgeving van Hattem te zijn opgehouden, maar op enige afstand van de stad bleef het gevaarlijk.

Beschuldigingen

Tekenend is dat de scharen (gemeenschappelijke markegronden) die de stad op de Hoenwaard bezat, in 1589/1590 niet werden verpacht. Tot overmaat van ramp kreeg Hattem in 1589 te maken met een grote brand. waarbij het stadje half afbrandde. Men kreeg van het Hof van Gelre een lening van 1000 daalders voor de wederopbouw. Hattem werd in het voorjaar van 1590 beschuldigd van voedselleveranties aan de vijanden in Deventer en Zutphen, maar de stad ontkende ten stelligste. Het platteland in zuidelijke richting van Hattem raakte wat meer bevolkt, en vandaaruit werd voedsel gebracht naar Hattem. Uit strategische overwegingen mochten namelijk alleen in de steden voorraden liggen. Hele zolders in Hattem waren volgestouwd met graan, dat regelmatig moest worden gekeerd om broei te voorkomen.

De Cannenburg

Ook de katholieke bewoner van kasteel De Cannenburgh in Vaassen, Hendrik van Isendoorn (ca. 1525-1594), werd verdacht van leveringen aan de vijand. Reden voor Staatsen uit Hattem en uit de Katerschans bij Zwolle om het kasteel in november 1590 te bezetten. Het toont de spanningen die ontstonden door pogingen om het platteland zoveel mogelijk te ontdoen van mondvoorraad. Daar moest voor de Spaanse vijand namelijk zo min mogelijk te halen zijn. Gelukkig konden de Staatse troepen in 1591 Zutphen en Deventer innemen. Sindsdien liep Hattem geen direct gevaar meer op. Tien jaren vol onrust en gevaar waren achter de rug.

Stadsversterkingen

Kenmerkend voor de relatieve ontspanning was dat Hattem vanaf 1592 weer jaarmarkten hield. In 1596 werd nog wel besloten een ‘uitlegger’, een bewapende boot, op de IJssel te laten patrouilleren tussen Hattem en Deventer. Ook werden veldversterkingen, redouten, langs de westkant van de IJssel aangelegd. Helemaal gerust op een bestendige rust was men dus niet.

Meer informatie: 

Rechten

Heemkunde Hattem, CC-BY-NC