De Moderne Devotie

In de veertiende eeuw werd Europa geteisterd door de grote pest. Hierbij vond ook in onze streken een groot deel van de bevolking een ellendige dood. Toen ook nog twee pausen, één in Rome, de ander in Avignon, elkaar op leven en dood bestreden, kwam in de IJsselstreek een religieuze tegenreactie. Namelijk die van de Broeders des gemenen levens, oftewel de Moderne Devotie. Dit begon in Deventer met Geert Grote (1340-1384) en Floris Radewijns (ca. 1350-1400).

Windesheim

Na de dood van Geert Grote werd in 1387 het klooster Windesheim gesticht. Het was de bedoeling van Geert Grote geweest om het klooster bij Hattem te vestigen, maar de bisschop van Utrecht wilde het klooster in zijn eigen gebied, dus werd het Windesheim. Dit zou het moederklooster worden van een groot aantal kloosters tot in het huidige Zwitserland toe. Het onderwijssysteem van de Moderne Devoten had ook grote invloed op bijvoorbeeld de Nederlandse paus Adriaan VI (1459-1523) en Erasmus (1466-1536). Alom in West-Europa had het vroomheidsideaal van de Moderne Devotie grote invloed.

Clarenwater

Binnen het Zwartewaterklooster bij Hasselt maakten verontruste nonnen zich in 1414 los om elders beter volgens de kloosterregels te kunnen leven. In 1414 werd dat het klooster Clarenwater ten noorden van Hattem. Klaar, helder water in tegenstelling tot zwart, troebel water. Aanvankelijk stond het Benedictijner klooster in de parochie Caten, aan de Gelderse kant van de IJssel. Het klooster kreeg direct na de stichting veel hoge giften. Omdat de stad Zwolle over kloostergoederen geen belastinginkomsten verkreeg, verbood de stad de inwoners contact te hebben met de proost of de nonnen van het klooster Clarenwater. Dit was tegen het zere been van de bisschop van Utrecht, die als landsheer van de Oversticht in de nacht van 15 december 1416 de stad Zwolle overviel en het stadsbestuur verving. Ondertussen was het nog in aanbouw zijnde klooster een paar meter verplaatst en daardoor in de parochie Hattem gekomen, waardoor de magistraat van Zwolle geen zeggenschap meer over de nonnen had. In de loop der jaren werd Clarenwater steeds rijker en ook, opnieuw, losser in de zeden. In 1492 werd het klooster bij wijze van tegenbeweging opgenomen in de congregatie van Bursfeld, waarbij de kloosterregels een nieuwe impuls kregen. In de zestiendee eeuw raakte ook Clarenwater onder invloed van de reformatie. De laatste proost van het klooster, Cornelius ab Utrecht trouwde met een non, net als de reformatoren Maarten Luther en Martin Bucer, en werd later de eerste protestantse dominee van Zeist. Het klooster Clarenwater werd omstreeks 1580 opgeheven en afgebroken.

Hulsbergen

Aan de zuidkant van Hattem ontstond het fraterhuis Hulsbergen bij Wapenveld, ook van Broeders des gemenen levens. Het land waarop het fraterhuis gebouwd is, werd in 1407 geschonken door Hendrik Bentinck, de stamvader van de latere baronnen. De broeders reguleerden de waterhuishouding op de Noord-Veluwe, maar werden vooral bekend door hun productie van prachtig geïllustreerde handgeschreven boeken. In 1525 wordt het fraterhuis door hertog Karel van Gelre ingelijfd bij de Benedictijner orde, waarbij ook het klooster Clarenwater was aangesloten, maar in 1539 besloot de Gelderse landdag het fraterhuis terug te geven aan de verdreven broeders. Ook Hulsbergen verdween door de reformatie en de plek van het fraterhuis is voorgoed verdwenen. Hoewel Hulsbergen buiten de parochie Hattem lag, is in de bronnen steeds sprake van het fraterhuis Hulsbergen bij Hattem. De naam Kloosterbos herinnert nog aan dit fraterhuis.

Meer informatie: 

 

Rechten

Heemkunde Hattem, CC-BY-NC